vrijdag 25 februari 2011

12 tot 14 FEBRUARI WEST AUSTRALIE

In Denmark maken we prachtige strandwandelingen (we lopen bijna weer normaal) op het Mandalay strand en in het William bay National Park langs Elephant Rock.


 Vlak voor Albany komen we op de Cosy Corner Camping Stefaan en Kaat tegen. Twee Belgische backpackers en wat is de wereld toch soms klein. Kaat woont achter de hoek van mijn ouders en komt geregeld over de vloer bij hun buren! Echt leuk om hen zo ver van huis te leren kennen en als we niet op tijd in Norseman moesten zijn - daar hebben we binnen twee dagen met Chris afgesproken - dan hadden we graag nog wat langer op de Cosy Corner gebleven. Maar gezien de leeftijd van onze auto, leek het ons niet onverstandig om deze keer de Nullarbor niet alleen over te steken. En Chris vond dat om dezelfde reden geen slecht idee om samen te rijden.



Maar eerst willen we de outback in en via een trail - verharde zandweg - van Hyden naar Norseman rijden. Gevolg is dat we dan bijna geen tijd om hebben om Albany te bezoeken en we rap rap en snel snel even het Nationaal Park binnenwandelen voor ‘the Gap’ en ‘Bridge’.

8 tot 11 FEBRUARI WEST AUSTRALIË

We dachten in de voormiddag te beginnen aan de terugreis naar Sydney, maar we geraken niet gemakkelijk weg bij Stijn. ‘ s Morgens maakt hij ons nog een uitgebreid Australisch ontbijt en ’s middags legt hij me daar eventjes een paar heerlijke T-bones op de bbq waar we werk aan hebbenMaar laat in de middag nemen we dan toch afscheid en vervolgen onze landtrip. 

De eerste stop is Busselton. Een typisch West Australisch kuststadje met de langste ‘timberwood’ jetty van de wereld. Hij is 2 km lang en natuurlijk lopen we die helemaal op en af.

De volgende dagen blijven we de kust van West Australië volgen tot helemaal in het zuiden. We doen Yalingup aan, de wijnstreek van Margaret River en rijden via de Boradup Drive, een zandweg dwars door een ecalyptuswoud verder zuidwaards. We maken wandelingen in het bos, proeven wijn in de vineyards, kamperen in de bush, grillen ons avondeten op onze kleine bbq en zakken verder af tot we in Augusta en Cape Leeuwin arriveren en in het meest zuid-westelijke puntje van Australie uitkomen. De plaats waar de Zuidelijke Oceaan en de Indische Oceaan elkaar ontmoeten.



Vanaf hier gaan we richting oost en dat doet heel raar...normaal gaan we altijd west!!!
Enfin, we klauteren de Gloucester Tree in Pemberton helemaal naar boven en lopen drie dagen later nog altijd stijf en met pijnlijk benen rond. Of t is te zeggen, we lopen drie dagen lang  zo weinig mogelijk rond!



zondag 20 februari 2011

3 tot 7 FEBRUARI 2011 ROTTNEST ISLAND


Rottnest Island is 3½ dag echt vakantie voor ons. Stijn en Ruth huren er elk jaar een huisje en nodigen dan een hele hoop vrienden uit. We gaan mee duiken, gaan wandelen en zemmen. Lummelen wat rond, rusten uit en lezen wat. Hebben supergezellige avonden, gaan naar een optreden en spelen met z’n twaalven !!! bierpong. Zoiets als pingpong maar dan een beetje anders....


Vervolgens verblijven we nog 2 nachten bij Stijn thuis en gaan in Perth op zoek naar een 2de hands ronde band en iemand die onze airco kan maken. Maar een juiste maat band is nergens te vinden en de airco...ja watte zeg. Het kost 160$ enkel en alleen om er gas op te zetten en dan uit te vinden of hij nog wel werkt. Is hij stuk, ja dan heb je pech en zomaar eventjes 160$ weggegooid. Dan maar geen airco besluiten we wijselijk, want sebiet geven we meer uit aan de airco dan aan de ganse auto.

zaterdag 19 februari 2011

28 JANUARI NAAR PERTH

In Perth woont een kameraad van Dirk die we willen gaan bezoeken en het is de bedoeling om op het gemakje af te zakken tot Perth. Maar een belleke naar Stijn met de vraag hoe zijn agenda eruit ziet gooit onze hele planning ondersteboven. Stijn is namelijk telkens een week van huis om te gaan werken en is dan een hele week thuis, of gaat een week werken en is dan een week op vakantie. Het beste is, zegt hij, om tegen dinsdagavond wanneer ik van mijn post kom, in Perth te zijn. Dan kan je mee op vakantie naar Rottnest Island, 20 km voor de kust van Perth, waar ik een huisje gehuurd heb voor een paar dagen. Oei...dat wil zeggen dat we op 5 dagen 3350 km moeten afleggen... Dat is véél...maar we gaan dat toch proberen.


We rijden van Melbourne naar Geelong en rijden daar de Great Ocean Road op. Dat is ietsjes omweg maar de weg is inderdaad ‘Great’ en slingert helemaal langs de grillige zuidkust en beroemde stranden vanTorqua, Anglesea en Apollo Bay naar het westen. Hoewel we eigenlijk niet veel tijd hebben om aan sightseeing te doen stoppen we toch af en toe voor een foto en maken een’ tree top’ wandeling in Otways. In het regenwoud van Otways kan je 25 m boven de grond een wandelingetje maken langs de toppen van de bomen en zelf tot 47 m hoog klimmen in de lookout toren om het woud te overzien.


Tegen de avond zoeken we in onze free camping guide een plaatsje op om te overnachten en komen op een echte bushcamping uit.Op de kaart leek het niet zo ver van de weg te zijn, maar de geasfalteerde straat wordt algauw een gravelweggetje dat steil naar beneden gaat een dal in, diep in het regenwoud. Het is er prachtig maar ziet er erg verlaten uit en...we hopen dat we hier morgen terug naar boven geraken met onze oude Holden, want veel hulp hoeven we hier precies niet te verwachten. Het is zelfs zo ver van de bewoonde wereld dat we geen ontvangst meer hebben op onze gsm. Maar dat geraken we stilaan gewend hier in
 
 Oz, want in de Blue Mountains en Kangaroo Valley had je ook niets aan een mobiele telefoon. Enfin, tot onze verassing - en opluchting- zijn we toch niet alleen op de camping.
De volgende morgen, na een steenkoude nacht, vertrekken we alweer vroeg op pad met als eerste stop de 12 apostels. Twaalf stukken limestone, afgescheiden van de poreuze kliffen en het meest gefotografeerde stuk kust van Victoria (Australië). Alleen... we zijn er al voorbij voor we er erg in hebben. Maar wat wil je, van de 12 apostels schieten er nog maar 6 over! Enfin, een beetje verder ligt Peterborough met gelijkaardige kliffen en die missen we gelukkig net op tijd niet.
 
De rest van de dag proberen we zoveel mogelijk kilometers te maken en dat lukt aardig, alleen wordt het met het uur warmer. Tot 43°C zien we een thermometer langs de weg aangeven en geloof me, in een auto zonder airco is dat wreed warm.
Een 60 kilometer achter Adelaide stoppen we dan eindelijk voor de nacht en parkeren ergens op het strand en hoewel er een lichte bries staat is die als behalve verfrissend.

Dag drie beginnen we er vroeg aan, maar het is zo verschrikkelijk warm - 47°C !!! - dat we ‘s middags in Port Augusta een hotelletje opzoeken en de rest van de dag boven op de airco gezeten in onze kamer doorbrengen.

De dag erop is het nog steeds snikheet maar als we op tijd in Perth willen zijn moeten we door. Dus we gaan door. We rijden de Eyre Highway, beter bekend als de Nullarbor op en beginnen aan de 1660 km saaie weg. Soms zit er een flauwe bocht tussen, maar hier heb je ‘one of the world’s longest strerches of straight road’ nml 145 km gewoon ‘rechtdoor’. En veel valt er niet te zien.
De meeste Ozzies verklaarden ons voor gek als we zeiden dat we van Melbourne helemaal tot Perth wilden rijden. ‘That’s a long long way’ zeiden ze dan ‘and very boring’. Wel antwoordden we dan, als we zeilen zijn we ook altijd lang onderweg en er valt buiten de zee ook niet veel te zien. Maar...we moeten die Australiërs nu toch gelijk geven. He ís lang, er komt maar geen einde aan die Nullarbor en het ís verschrikkelijk saai. Het is ook nog altijd verschrikkelijk warm en zonder het te merken verbrand ik mijn hals eerste graads door de warme lucht die door de auto waait. Echt waar, mijn huid is bijna zo krokant als het vel van een gebraden kip. Als dat maar weer goed komt, maak ik me zorgen.
Ook de auto heeft last van de warmte, enfin één band althans, want die ontploft. Gelukkig zijn we nog maar juist 3 km geleden een kleine garage gepasseerd (de volgende ligt 600 km verder!) want de reserve band staat plat. Terwijl Dirk bij de auto blijft lift ik naar de garage en kom terug met de garagist en lucht voor in deband. Vervolgens rijden we de 3 km terug en kopen twee 2de hands banden van de garagist aan 60$ het stuk en zijn nog eens 20$ extra kwijt voor de lucht! Duur grapje vinden we, zeker als we merken dat één van de banden niet rond is maar ei-vormig.
Maar goed, we schieten goed op en houden het laat in de namiddag voor bekeken op een mooie parking-rest area vlak langs de dramatische Bunda Ciffs..

Dag 5 is qua temperatuur veel aangenamer. Het is bewolkt en we krijgen af en toe een spatje regen, maar het is ideaal weer om te rijden. We maken ook serieus wat kilometers, maar geraken vandaag toch niet meer in Perth. We moeten nog 200 km, maar die zijn voor morgen.Woensdagvoormiddag 2 februari komen we aan bij Stijn, maar die is al vertrokken
naar Rottnest. ‘Maar, zegt die via de foon, de ferry is maar 10 min rijden van waar je bent en  een uurtje later sta je in Rottnest.
Oké goed, maar dan komen we een dagje later, zeggen we.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

vrijdag 18 februari 2011

23 JANUARI

Kangaroo Valley is mooi en we zouden hier nog wel een tijdje kunnen blijven, maar we zijn nog geen 200 km ver van Sydney geraakt en als we aan dit tempo blijven reizen, ja...dan gaan we niet veel van Australië gezien hebben hé. Dus besluiten we om een streepje gas bij te geven en in één trek door te rijden naar Melbourne, op bezoek bij Peter en Nani.
We beginnen er ‘ s morgens vroeg aan en rijden bijna non-stop door met alleen af een toe en plaspauze en lunch- en dinnerbreak. Pas als het donker is stoppen we ergens op een parking en slapen in de auto.De volgende morgen na een verfrissende douche en klein ontbijt rijden we voort en rond de middag komen aan in Mornington-Melbourne.
 
Het weerzien met Peter en Nani is fantastisch. Van Venezuela tot Vanuatu hebben we vele passages samen gezeild en als je meer dan een jaar samen bent opgetrokken dan heb je na twee maanden elkaar niet gezien te hebben véél bij te praten.
We krijgen bij Peter en Naai de hele bovenverdieping van hun huis ter beschikking. Slaapkamer met eigen badkamer en tv-kamer en mogen blijven zolang we willen. Maar we worden zo in de watten gelegd bij hen dat we niet te lang durven blijven,’ t is dat als we dat te goed gewoon worden we misschien helemaal niet meer weg geraken hé.
Enfin, Peter laat ons de hele Peninsula van Mornington zien, neemt ons mee de berg op naar het Dandenong Ranges National park en gidst ons het hele gebied onder Melbourne rond. We vieren samen met hen Australian Day op 26 januari en gaan kijken naar de stoet die ter gelegenheid van deze feestdag door Mornington trekt. Zo’n echte ouderwetse stoet zoal wij die vroeger ook kende, waar het ganse dorp in meeloopt alleen...geen majorette! Maar bestaan die nog wel?

Na drie erg leuke dagen vinden we het tijd om verder te trekken maar voor we verder rijden gaan we eerst lang Bunnings (de Australische versie van de Gamma) en bouwen een keuken in onze auto en verbouwen we hem zo dat we een vast bed hebben en plaats om al onze spullen weg te bergen.

Oke, klaar om naar Perth te rijden.