zaterdag 19 februari 2011

28 JANUARI NAAR PERTH

In Perth woont een kameraad van Dirk die we willen gaan bezoeken en het is de bedoeling om op het gemakje af te zakken tot Perth. Maar een belleke naar Stijn met de vraag hoe zijn agenda eruit ziet gooit onze hele planning ondersteboven. Stijn is namelijk telkens een week van huis om te gaan werken en is dan een hele week thuis, of gaat een week werken en is dan een week op vakantie. Het beste is, zegt hij, om tegen dinsdagavond wanneer ik van mijn post kom, in Perth te zijn. Dan kan je mee op vakantie naar Rottnest Island, 20 km voor de kust van Perth, waar ik een huisje gehuurd heb voor een paar dagen. Oei...dat wil zeggen dat we op 5 dagen 3350 km moeten afleggen... Dat is véél...maar we gaan dat toch proberen.


We rijden van Melbourne naar Geelong en rijden daar de Great Ocean Road op. Dat is ietsjes omweg maar de weg is inderdaad ‘Great’ en slingert helemaal langs de grillige zuidkust en beroemde stranden vanTorqua, Anglesea en Apollo Bay naar het westen. Hoewel we eigenlijk niet veel tijd hebben om aan sightseeing te doen stoppen we toch af en toe voor een foto en maken een’ tree top’ wandeling in Otways. In het regenwoud van Otways kan je 25 m boven de grond een wandelingetje maken langs de toppen van de bomen en zelf tot 47 m hoog klimmen in de lookout toren om het woud te overzien.


Tegen de avond zoeken we in onze free camping guide een plaatsje op om te overnachten en komen op een echte bushcamping uit.Op de kaart leek het niet zo ver van de weg te zijn, maar de geasfalteerde straat wordt algauw een gravelweggetje dat steil naar beneden gaat een dal in, diep in het regenwoud. Het is er prachtig maar ziet er erg verlaten uit en...we hopen dat we hier morgen terug naar boven geraken met onze oude Holden, want veel hulp hoeven we hier precies niet te verwachten. Het is zelfs zo ver van de bewoonde wereld dat we geen ontvangst meer hebben op onze gsm. Maar dat geraken we stilaan gewend hier in
 
 Oz, want in de Blue Mountains en Kangaroo Valley had je ook niets aan een mobiele telefoon. Enfin, tot onze verassing - en opluchting- zijn we toch niet alleen op de camping.
De volgende morgen, na een steenkoude nacht, vertrekken we alweer vroeg op pad met als eerste stop de 12 apostels. Twaalf stukken limestone, afgescheiden van de poreuze kliffen en het meest gefotografeerde stuk kust van Victoria (Australië). Alleen... we zijn er al voorbij voor we er erg in hebben. Maar wat wil je, van de 12 apostels schieten er nog maar 6 over! Enfin, een beetje verder ligt Peterborough met gelijkaardige kliffen en die missen we gelukkig net op tijd niet.
 
De rest van de dag proberen we zoveel mogelijk kilometers te maken en dat lukt aardig, alleen wordt het met het uur warmer. Tot 43°C zien we een thermometer langs de weg aangeven en geloof me, in een auto zonder airco is dat wreed warm.
Een 60 kilometer achter Adelaide stoppen we dan eindelijk voor de nacht en parkeren ergens op het strand en hoewel er een lichte bries staat is die als behalve verfrissend.

Dag drie beginnen we er vroeg aan, maar het is zo verschrikkelijk warm - 47°C !!! - dat we ‘s middags in Port Augusta een hotelletje opzoeken en de rest van de dag boven op de airco gezeten in onze kamer doorbrengen.

De dag erop is het nog steeds snikheet maar als we op tijd in Perth willen zijn moeten we door. Dus we gaan door. We rijden de Eyre Highway, beter bekend als de Nullarbor op en beginnen aan de 1660 km saaie weg. Soms zit er een flauwe bocht tussen, maar hier heb je ‘one of the world’s longest strerches of straight road’ nml 145 km gewoon ‘rechtdoor’. En veel valt er niet te zien.
De meeste Ozzies verklaarden ons voor gek als we zeiden dat we van Melbourne helemaal tot Perth wilden rijden. ‘That’s a long long way’ zeiden ze dan ‘and very boring’. Wel antwoordden we dan, als we zeilen zijn we ook altijd lang onderweg en er valt buiten de zee ook niet veel te zien. Maar...we moeten die Australiërs nu toch gelijk geven. He ís lang, er komt maar geen einde aan die Nullarbor en het ís verschrikkelijk saai. Het is ook nog altijd verschrikkelijk warm en zonder het te merken verbrand ik mijn hals eerste graads door de warme lucht die door de auto waait. Echt waar, mijn huid is bijna zo krokant als het vel van een gebraden kip. Als dat maar weer goed komt, maak ik me zorgen.
Ook de auto heeft last van de warmte, enfin één band althans, want die ontploft. Gelukkig zijn we nog maar juist 3 km geleden een kleine garage gepasseerd (de volgende ligt 600 km verder!) want de reserve band staat plat. Terwijl Dirk bij de auto blijft lift ik naar de garage en kom terug met de garagist en lucht voor in deband. Vervolgens rijden we de 3 km terug en kopen twee 2de hands banden van de garagist aan 60$ het stuk en zijn nog eens 20$ extra kwijt voor de lucht! Duur grapje vinden we, zeker als we merken dat één van de banden niet rond is maar ei-vormig.
Maar goed, we schieten goed op en houden het laat in de namiddag voor bekeken op een mooie parking-rest area vlak langs de dramatische Bunda Ciffs..

Dag 5 is qua temperatuur veel aangenamer. Het is bewolkt en we krijgen af en toe een spatje regen, maar het is ideaal weer om te rijden. We maken ook serieus wat kilometers, maar geraken vandaag toch niet meer in Perth. We moeten nog 200 km, maar die zijn voor morgen.Woensdagvoormiddag 2 februari komen we aan bij Stijn, maar die is al vertrokken
naar Rottnest. ‘Maar, zegt die via de foon, de ferry is maar 10 min rijden van waar je bent en  een uurtje later sta je in Rottnest.
Oké goed, maar dan komen we een dagje later, zeggen we.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Geen opmerkingen: