woensdag 27 februari 2013

KUAH/LANGKAWI/MALEISIE 27 februari tot 5 maart


Na een hele dag op trot te zijn geweest – we hebben een auto gehuurd en zijn daarmee naar een haulout wezen kijken, dan langs de rigger geweest, vervolgens helemaal naar de andere kant van Langkawi gereden om een informatie in de jachthaven van Telaga, langs de winkel, langs een werkhuis om de generator te laten reviseren – drinken we voor het eten een heerlijke teh o ice kosong (ijsthee zonder melk noch suiker) in de eettent vlak bij het dinghy dock en geraken er aan de praat met een symphatieke Maleisische. Ze vertelt ons dat ze nog maar net een maand met haar gezin in Langkawi woont en dat zij net als haar man dokter is. Ze hebben 3 kinderen en terwijl ze wacht tot haar twee zonen klaar zijn met hun tennisles, profiteert ze even van een klein gestolen  uurtje voor haarzelf met een pasta carbonara  . De jongste dochter is thuis met de meid en manlief is nog aan het werken in het ziekenhuis. We babbelen wat over koetjes en kalfjes en wanneer zij vertrekt om de jongens af te halen van de les bestellen we wat te eten. Per uitzondering kiezen we het duurste wat op de menu staat: biefstuk met frietjes en visfilet met aardappelpuree. Ja, af en toe mag dat wel eens want  altijd maar rijst of noedels wordt ook zo  eentonig. Maar als we de rekening krijgen verschieten we serieus, niet omdat ze zo hoog is, maar omdat ze al betaald is door de dokteres!

Wanneer we ons Bieke aan het dinghy-dock opzoeken om weer naar de boot te gaan krijgen we een tweede verrassing. Het water staat zo laag dat onze bijboot midden in de modder ligt.  Haar weer vlot krijgen is een echte vettige klusje en we houden ons voor om vanaf nu het tij beter in het oog te houden en er rekening mee te houden als we naar de kant willen.

Op een zeker morgen vinden we water in de bilge. Groen water dat niet al te fris ruikt en …ja wacht eens effe, heel de boot stinkt eigenlijk een beetje naar beer… Ons eerste gedacht is dat de vuilwatertank stuk is. Op de Narid zijn er twee toiletten, eentje die we rechtstreeks in zee doorspoelen en eentje die verbonden staat op een vuilwatertank. Nu gebruiken we die laatste toilet bijna nooit (die natte cel doet dienst als opslagruimte en alleen als we op de droge staan nemen we die wc in gebruik) en hebben we er ook al dikwijls aan gedacht om die vuilwatertank ( beerput) uit de boot te flikkeren, omdat we de ruimte die deze 130 L tank inneemt goed zouden kunnen gebruiken als extra berging.  Maar omdat je in Turkije en Nederland (en ondertussen waarschijnlijk heel europa) verplicht bent om zo’n tank aan boord te hebben, sleuren we die dus al de hele tijd mee. Maar nu ze lekt kunnen we er ons eindelijk vanaf maken zonder schuldgevoelens.  We ontkoppelen alle darmen ervan en jongens jongens toch  dat stinkt, want natuurlijk hebben we de tank leeg gemaakt, maar er blijft toch altijd een bodempje  drap inzitten. Als we de tank uit de bank tillen, zien we nergens een lek of mankement…dus dat groene water moet van ergens anders komen. Als we dan verder zoeken, vinden we toch de oorzaak.  De verwarming is stuk en het groene/bruine water is koelvloeistof.  Dus wat doen we met de afvaltank? Omdat we ze hier moeilijk kunnen dumpen, plaatsen we die uit ellende terug en sluiten alles weer aan.  Nu blijft alleen nog het raadsel over waarom de boot zo stinkt…maar dat blijkt niet zo moeilijk. Om een of andere reden stond er geen water in de siffon van die wc die we nooit gebruiken en ja, dan krijg je natuurlijk kwalijke geurtjes in huis.

We brengen ook onze genua terug naar de zeilmaakster met de vraag of ze even de naden die zijn losgekomen ( en  waar we vorige maand hebben over gekeken)  kan stikken. Maar Erria heeft daar zo’n berg zeilen in haar atelier liggen die allemaal dringend moeten gerepareerd worden, dat ze voorstelt dat we ons zeil zelf maken op haar stikmachine. Nu over dat voorstel moeten we niet lang nadenken.

Terwijl we in Kuah liggen, vlieg ik een dag heen en weer naar Kuala Lumpur. Onze paspoorten ophalen in de Belgische ambassade. Misschien herinner je je nog dat we afgelopen december in Singapore nieuwe (reis)passen hadden aangevraagd en die hebben laten doorsturen naar Maleisië  Wel die liggen daar nu al een poosje op ons te wachten en het wordt dus tijd om die eens te gaan ophalen. Om 11.30 am neem ik de eerste vlieger naar KL waar ik iets voor één uur aankom.  Omdat ik honger heb gekregen van dat vliegen eet ik eerst snel een hapje in de McDonalds op de luchthaven en begin dan aan een race tegen de klok. Voor mijn neus vertrekt juist de bus naar het het centrum van de KL en de volgende bus laat niet lang op zich wachten, maar vertrekt pas als die vol zit en dat duurt drie kwartier. Als je dan nog eens rekent dat het een uur rijden is tot KL Centraal, is het al 15.00 uur gepasseerd wanneer ik er arriveer. Vandaar is het zoeken naar het monorail station en nog eens 5 haltes met de monorail trein. Op de trein laat ik me dan vertellen hoe ik moet lopen tot aan de ambassade, maar op het stadsplan ziet dat er toch net iets anders uit als in het echt. Ik vraag aan verschillende mensen de weg, maar niemand weet waar de Belgische ambassade is en de Jalan Pinang blijkt heel lang. Uiteindelijk kom ik een slimme taxichauffeur tegen die de ambassade even op internet via zijn smartphone opzoekt en me vertelt dat ik op een verouderd stadsplan zit te kijken en de ambassade ondertussen  naar 2 straten verder  verhuisd is en me er  tenslotte om 16.40 u voor de deur afzet. Oef gevonden …en nog juist 20 minuten voor ze sluiten! Mission accomplished met nog juist genoeg tijd om even langs de Petronas torens te gaan voor ik weer de subway, de bus en het vliegtuig moet nemen  om om 22.30 weer in Langawi te staan waar Dirk me van de luchthaven komt afhalen.

Terwijl ik even naar KL ben, zit Dirk letterlijk en figuurlijk in de stront. De afvoerbuis van de toilet die rechtstreeks in zee loost is namelijk helemaal versropt en er geraakt niks meer door. Dirk heeft een paar uur nodig om de darm weer zuiver te krijgen en als ik zijn verhaal zo hoor ben ik maar wat blij dat ik niet thuis was. Gelukkig maar dat Dirk zijn humeur weer opgeklaard is tegen dat ik terug ben.

Geen opmerkingen: