maandag 26 november 2012

MIRI 26 nov tot 2 dec


Omdat het zondag is en er dus niemand in de ‘marina office’ zit om ons een plaatske aan te wijzen , sloefen we zo de jachthaven binnen en kiezen ons zelf een plekje uit met een linkse vingersteiger omdat we de stootwillen al aan bakboord hebben klaar hangen. Maar net wanneer Dirk een box wilt indraaien, stuiven er 2 madammen de boot uit  waar wij willen gaan langs liggen. Of we alstublieft niet een plaatske verder willen parkeren, gewoon daar aan die  rechtse vingersteiger, want zij houden zo van hun privacy en zien niet graag een bewoonde boot vlak naast hen liggen.  Omdat Dirk midden in zijn manoeuvre zit en we niet zomaar direct  in die andere box  kunnen, maar eerst de stootwillen van kant moeten veranderen evenals de landvasten, leggen we toch gewoon aan zoals we van plan waren en zeggen onze buren dat het maar voor maximum twee nachten is. We willen immers niet lang in Miri blijven.  Alleen effe diesel gaan halen - dat moet met jerrycans bij het pompstation -  de proviandkast een beetje aanvullen  -die is nog lang niet leeg, maar er kan altijd  nog wat lekkers bij  - en dan weer weg. Maar onze buren blijven  zo dringend vragen of we alstublieft 1 plaatske willen opschuiven, dat we dan toch maar alles van kant veranderen en een stukje verhuizen. Maar nondedju, hebben wij naderhand spijt dat we niet gewoon naar de andere kant van de jachthaven zijn verhuisd, want onze twee Amerikaanse vriendinnen houden dan wel van hun privacy, maar trekken zich niets aan van de onze. Om de hondsgezeik staan ze aan onze boot om ons iets te vertellen, te vragen of gewoon te curieuze neuzen wat we aan het doen zijn. Gek worden we ervan en al helemaal wanneer ze horen dat we voor dinsdagmiddag een auto geregeld hebben. Dan komen ze met lijsten van winkels aandraven en ons vertellen wat we zeker allemaal moeten gaan kopen. Ze zitten echt te wachten tot wij vragen of ze niet mee willen, maar in plaats daarvan vragen we of we voor hen ook diesel kunnen meebrengen. Nu ja, eerst wel, maar dan geven ze hun jerrycans met Simon de taxichauffeur mee. Konden wij natuurlijk ook doen, maar als je Simon moet betalen en dan nog eens met de taxi boodschappen moet doen en een nieuwe fles kookgas moet halen, dan ben je beter af met zijn auto voor een halve dag te huren. Enfin, wanneer we klaar zijn om te gaan shoppen, staat de oudste van onze buurvrouwen ook gereed met haar rugzakske en vraagt of ze mee mag. Euh...hmmm....wat zeg je dan.... Ja...als je nog een plekje vindt tussen de jerrycans en de gasfles, want heel de koffer zit vol en wat niet in de koffer paste staat op de achterbank, ( we hebben namelijk ook voor 120 liter jerrycans bij voor Sjoerd en Lies van de Isis).Ze wilt alleen maar mee tot aan de supermarkt, zegt ze, dus wij daar eerst naar toe, maar na de supermarkt blijft ze zich maar op de achterbank wringen en zitten we heel de middag met haar opgescheept. 

Soit, zoals gepland zijn we woensdag gereed om verder te gaan, maar er staat dan helemaal niks, nada, nul knopen wind. En oké, we zitten dan wel weer boordevol diesel, maar we hebben een zeilboot  hé en geen motorjacht, dus wachten we maar  op wind waar we tot de zondag op moeten wachten, want dan zou er in de namiddag een licht briesje komen aanzetten.
Dat betekent dat we vier dagen en een half  vast zitten, maar die tijd die vliegt zo om met vele gezellige koffiekransjes samen met  Sjoerd en Lies van de  Friese Isis. Dirk gaat namelijk Sjoerd helpen bij de installatie van diens pactormodem , maar dat helpen resulteert niet alleen in een modem die naar behoren werkt, maar ook in vele leuke babbels, over een kop koffie met heerlijke chocolade cake met slagroom (!!!). Tussen de koffie door gaat Dirk ook nog eens onze mast in, geassisteerd door Sjoerd en kijkt de verstaging nog eens helemaal na, die op  een klein detail (dat voorlopig kan opgelost worden) nu toch in orde lijkt te zijn. Ondertussen amuseer ik me met verder te vernissen, want om het een beetje leefbaar te houden aan boord doe ik dat stukje bij beetje en ben daar dus nog wel eventjes zoet mee.

Enfin, zolang onze naaste buren ons niet komen storen, hebben we het zo naar ons zin in Miri dat we zondagmiddag helemaal geen zin hebben om te vertrekken. Er staat dan wel een ietsie pietsie wind maar er hangt ook een dikke grijze wolk in de lucht die er erg nat uitziet. En we liggen hier nu toch al zo lang, dat una dia mas er nog gemakkelijk bij kan.

                              

vrijdag 23 november 2012

KOTA KINABALU - MIRI 23 tot 25 nov

Er staat weer geen wind, maar vertrekken zonder meer, want we hebben goede hoop vandaag. En inderdaad, om 10.00 kan de motor uit. Maar het duurt niet lang, want tegen de middag staan we bijna stil, zodat we Mr Perkins toch maar weer laten helpen. De rest van de dag motorzeilen we tot in Labuan, waar we laat aankomen en in het donker een plekje zoeken voor de nacht.

De volgende morgen staat er weeral maar een flauw briesje, weer net niet genoeg om op te zeilen, maar omdat een dagje Labuan ons niet echt aanspreekt en we op die manier ook nooit tegen het einde van het jaar in Thailand geraken, vertrekken we toch maar. In de loop van de dag wakkert de wind af en toe wel eens aan en kan de motor af, maar het merendeel van de dag motorzeilen we toch weer.

Voor de nacht hebben we deze keer een plekje gewoon aan de kant uitgekozen, een mijl uit de kust op 6 meter diep en een kleine 8 mijl voorbij een groepje boorplatforms en een lange pier waar grote schepen komen bevoorraden. En net wanneer we in de buurt van die pier komen, breekt de hel los. We hadden nu wel juist voor het donker werd gezien dat de lucht in het westen zwart zag, en verwachtten dus wel een onweertje, maar dit is geen gewoon onweertje meer. Dit is weer zo’n ‘Sumatra’. Van niks op een paar seconden 38 knopen wind, een zee die plots woest wordt, bakken regen en bliksem en donder waar we bijna blind en doof van worden. Het regent zo hard dat we geen steek meer zien terwijl we juist vlak bij een ankerplaats voor grote schepen zitten en staketsels die niet op de kaart staan. Nu zoals dat met een sumatra gaat, duurt het niet langer dan een uur, maar jongens toch, wat duurt dat uur lang. En hoe is het mogelijk dat we niet getroffen worden door de bliksem die rondom ons het water inslaat of dat we tegen zo’n staketsel botsen. Enfin, twee uur later liggen we voor anker op ons uitgekozen plekje, maar omdat de zee nog lang niet gekalmeerd is van het onweer, rollen we zo hard dat we bijna geen oog dicht doen gedurende de nacht.

De volgende dag is het echt mooi weer en kunnen we helemaal tot in Miri zeilen. We hebben besloten om in Miri een dag of twee te stoppen om diesel bij te tanken, want met al dat motoren zitten we al over de helft van onze dieselvoorraad, maar hebben we nog maar een derde van de afstand tot Singapore afgelegd.

dinsdag 20 november 2012

KUDAT - KOTA KINABALU 20 tot 22 nov

Om 5 uur s morgens staan we op, zodat we eerst rustig kunnen wakker worden bij een kopje koffie, dan de zonnetent kunnen afbreken en vervolgens een uurtje later bij het eerste licht kunnen vertrekken. Maar wanneer het eerste kopje koffie op is, begint het te regenen en niet zo maar een salaadregentje, maar zo’n echte malse sappige bui. Zo eentje waarbij je gauw weer naar binnen vlucht en wacht tot die over is vooraleer je je neus weer buiten steekt. Het ziet er ook zo eentje uit die een hele dag gaat duren en even overwegen we om ons bed weer in te duiken, maar om half acht stopt het toch ineens met regenen. Het moment dus om snel de trossen los te gooien en uit te varen, vooraleer die regen zich weer bedenkt.

Zoals verwacht na zo een fikse regenbui staat er het eerste uur geen zuchtje wind, maar een beetje later begint het dan toch wat te waaien, alleen...vanuit een andere windstreek als voorspeld. En ja, wat dacht je nu, natuurlijk weer recht op de neus. Allemaal niet zo erg, dan kruisen we toch gewoon op, maar met de stroom die ook tegen zit, is de afstand die we afleggen beduidend minder als het aantal mijlen dat we zeilen. Nu het zij zo, dan duurt het gewoon wat langer voor we in Singapore aankomen, want dat is ergens wel de bedoeling, om als het even kan rechtstreeks door te zeilen tot Singapore. Maar het kan niet...!

Halverwege de middag knikt de onderste zaling van de mast aan bakboordzijde met 140° naar beneden en komt het uiteinde van de zaling, waarachter de stagen zitten los, zodat de stagen niet meer vast zitten...Getv#%@*^d>>!!!... Mogen wij nu echt niet meer zeilen zonder dat er iets kapot gaat? Gelukkig dat we het maar weer eens op tijd gezien hebben en er verder nog niks gebeurd is. Enfin, we pakken meteen de zeilen in en Dirk kruipt de mast in om te kijken of hij de zaling terug op zijn plaats kan zetten, maar de zee is veel te woelig om in de mast te kunnen werken. Dan maar verder op motor naar de eerste plaats waar we rustig kunnen ankeren, Kota Kinabalu dus. Dat is nog ongeveer 70 mijl, tegen de wind, tegen de stroom en tegen de golven die we aan een gemiddelde snelheid van 2,5 knoop afleggen. Tergend langzaam gaan we vooruit, maar de volgende dag tegen lunchtime komen we toch aan. Omdat we in KK de jachthaven niet in willen($$$$!) Zoeken we ons een rustig baaitje uit op Gaya Island, juist 2 mijl voor de stad, waar we echt perfect rustig liggen om de mast in te gaan, maar net wanneer we eraan willen beginnen, begint het weer te regenen voor de rest van de dag. Oké, dan doen we dat morgen wel, we wachten hier toch sowieso tot de wind weer draait, want zo nog 700 mijl tegen alles ingaan heeft echt niet veel zin.

De volgende dag is het stralend mooi weer, zonder een zuchtje wind. Ideaal dus om de mast in te kruipen en de zaling weer goed te zetten en vervolgens het staand want weer te trimmen, maar absoluut geen weer om te gaan zeilen. Dus blijven we nog maar een nachtje in een mooi baaitje van Gaya Island liggen.

vrijdag 9 november 2012

KUDAT 9 tot 19 November

Van de werf varen we 500 m recht de (nog steeds gratis) jachthaven binnen en belanden er midden in een feestje. Onze buurman is aan het bbq-en en we mogen gelijk met ons bord komen aanschuiven. Dat die weer zo’n oergezellige avond wordt, die ons met heimwee doet terugdenken aan de Pacific, waar geregeld een ‘pot luck’ (iedereen brengt iets mee om te eten en te drinken) werd georganiseerd, moet waarschijnlijk niet meer vermeld worden.

De volgende dag is het anders wel weer serieus werken geblazen. Aan de motor moet weer gesleuteld worden, want onderweg van Palawan naar hier werd de gland nog iets te warm en dus moet de motor nog wat beter in lijn gezet worden. En ik ben begonnen om het houtwerk binnen op te frissen met een nieuw laagje vernis en daar ben ik bijlange na nog niet mee klaar.

Na twee dagen staat de motor echt perfect en kunnen we in principe eindelijk onze reis verder zetten , maar Dirk zit nog altijd met die schakeldoos die op sterven ligt, in zijn maag.
Na een gesprek met Peter, een kameraad van ons in België en een hele goede mechanicus, besluit Dirk om Peter zijn advies toch maar op te volgen en de schakeldoos uit te bouwen en open te gooien. Het lijk ons uiteindelijk toch beter om misschien maar een paar tandwieltjes en kogellagers te vervangen dan het te riskeren om de gearbox helemaal in de soep te draaien en een nieuwe te moeten kopen, want die dingen zijn echt niet goedkoop. Bovendien, als de schakeldoos het begeeft, dan doet de motor het niet meer en met al die riffen hier aan de kust lijkt ons dat niet zo’n aanlokkelijk idee. Dus toch maar de motor 20 cm voorruit schuiven, de boîte ertussenuit halen en nadien alles weer in lijn zetten. Het kost een paar dagen tijd, maar alles is nu wel in orde. En gelukkig is er aan de gearbox niks aan, maar is de demperplaat voor de gearbox aan vervanging toe. En nog veel gelukkiger kunnen we zo’n demperplaat overnemen van een andere boot, die ooit een verkeerd model besteld had.

Hoewel we druk bezig zijn - de vloer staat ondertussen ook al mooi te blinken en hopelijk slijt die wat af, want het is wel echt glossy - hebben we het hier in Kudat ook wel gezellig. We liggen hier met 8 boten in de jachthaven en er wordt veel afgebabbeld op de steiger. Ook het dorpje zelf vinden we hoe langer hoe leuker, maar na tien dagen, wanneer de boot weer in orde is en het weer er goed uitziet, willen we toch weer eens een stukje verder.

donderdag 1 november 2012

WEER UIT HET WATER 1 tot 8 nov

Om 8 uur worden we uit het water gelift en staan dan na amper 3 maanden  weer op hetzelfde plekje op de droge. Dit keer niet om het onderwaterschip te verven, maar om het scheurtje aan de strut te repareren dat er 3 maanden geleden zeker ook al zat, maar waar we toen hebben over gekeken omdat het zo klein is. We hebben inderdaad wel overwogen om het gewoon te laten zitten. Volgens Dirk zit het er al 3 jaar, van toen ze op de werf in Grenada de eerste keer de schroefaslager met bruut geweld hebben vervangen, terwijl ik denk dat het tamelijk recent gebeurd is op de Rajang rivier, toen we dat net in onze propeller kregen. Maar omdat het ten eerste niet zo lekker vaart als je weet dat er een gaatje in de romp zit dat er niet zou mogen zijn en omdat we ten tweede geen idee hebben hoe dat kleine scheurtje zich gaat evalueren, gaan we dat toch gewoon repareren.

Dirk begint met aan de buitenkand het gedeelte rond de strut - een metalen component dat de radiale belasting van de schroefas ondersteunt en ingelamineerd is in de bodem van de romp - zuiver te kappen. Vervolgens slijpt hij  het scheurtje ook  aan de binnenkant van de boot  uit en omdat hij nu toch bezig is, wilt hij gelijk de oude reparatie (van de vorige eigenaar) aan de bovenkant van de strutkast vernieuwen. Daar komt hij tot de ontdekking dat de strut niet echt goed ingelamineerd is en de strutkast hol is. Oeps...een foutje van Jeanneau.

Als het haarscheurtje mooi open en bloot  ligt moet er eerst gewacht  worden tot het een beetje uitgedroogd is. En dan kan het opbouwen weer beginnen, met glasmat en epoxy, zowel binnen als buiten, zoveel lagen ( een stuk of 10 lagen buiten) totdat de romp weer zijn oorspronkelijke vorm heeft. Maar eerst vult Dirk de holle strutkast met epoxy, zodat die strut geen kant meer op kan.

Na dan weer een tijdje gewacht te hebben tot de epoxy droog is, wordt die mooi glad en in vorm geschuurd en tenslotte wordt het vernieuwde stukje romp in de epoxy primer en antifouling gezet. 

Gelukkig hoeven we voor dat kleine stukje van 10cm² dat in de antifouling moet geen nieuwe bus van 3 gallons kopen, maar krijgen we de overschot van de verf van onze buurman op de werf. Dat is wel zwarte antifouling die een beetje afsteekt op onze rode, maar ach, als de barnicles het niet mooi vinden, moeten ze maar wegblijven.

Na precies een week - veel sneller als verwacht -  is de reparatie klaar en kunnen we terug in het water. Maar verder zeilen kunnen we nog steeds niet, want er heeft zich al een nieuw probleem aangediend.

De gearbox, of schakeldoos is beginnen rammelen en loopt volgens Dirk op zijn laatste pootjes. Nu om die te reviseren moet die eruit. Maar omdat er zo weinig plaats is in ons motorruim, moet de motor eerst 20 cm vooruit geschoven worden om dan de boîte ertussenuit te peuteren. En nu dat Dirk de motor pas uitgelijnd heeft staat hij echt niet te springen om die motor weer te verschuiven. 

Enfin, we bekijken nog even wat mogelijk is en denken erover om een steun te laten  maken voor de buitenboordmotor, die we dan  achter op de zwemtrap kunnen monteren ingeval van...

We zitten hier sowieso toch nog eventjes vast want er zit  weer een dik weerfront vlak in de buurt dat we eerst willen laten passeren voor wij  weer verder gaan.


Het barstje aan de binnenkant vlak voor de strut
Aan de buitenkant valt er eigenlijk niks te zien, behalve dat de strut een  beetje kan bewegen
rond de strut slijpt Dirk de polyester uit

ook binnen slijpt Dirk het barstje uit
hier zie je dat de strut niet goed is ingelamineerd 
de buitenkant wordt terug opgebouwd met wel 10 lagen glasmat 
vervolgens in de primer gezet en dan nog in de zwarte antifouling
en ook binnen wordt  de romp weer opgebouwd met glasmat en epoxy