31
Mei
2009
zondag, mei 31, 2009 1:43 pm
Net zoals de eilandbewoners rusten wij vandaag ook uit van de week. Niet omdat we moe zijn of dringend aan een vrije dag toe zijn, maar er valt niet veel anders te doen.
Nu, de lokale bevolking kan, op een paar uitzonderingen na natuurlijk, ook niet echt moe zijn van de werkweek als we dat zo horen.
In Union Island waren we Freddy tegengekomen, een Belg die daar 10 jaar geleden een hotel heeft gekocht dat nog niet helemaal af was. Van de 12 bouwvakkers die de eerste dag kwamen werken schoten er na een week niet veel meer over, de meesten vonden het werk te zwaar of hadden er geen zin in of deden niets en mochten van Freddy niet terugkomen. Uiteindelijk heeft hij het samen met 2 man helemaal afgewerkt terwijl hier zoveel werkloosheid is…
De mannen hier willen liefst ook elke dag uitbetaald worden voor hun werk zodat ze dat dezelfde avond nog kunnen opdoen aan drank en ganja en komen dan uiteraard de volgende dag niet opdagen . Misschien de dag daarna, als ze zin hebben. Als je dan hoort hoeveel een gemiddelde bouwvakker verdient - € 25 tot €30 per dag - en hoe duur het leven (voedsel) hier is, begrijp ik niet hoe ze hier kunnen overleven. Of toch?
Volgens Freddy heeft de lokale bevolking hier een gans andere mentaliteit als wij en als ze iets nodig hebben nemen ze dat gewoon van iemand die genoeg heeft. Ze noemen dat ook niet stelen, want als jij bijvoorbeeld 4 kippen hebt, en zij nemen er twee, dan kan jij toch niet klagen want je hebt er nog altijd 2 over!
Freddy had in zijn hotel - hij heeft dat onlangs weer verkocht en is nu een pompstation aan het bouwen - ook een restaurant. Het eten dat in zijn keuken werd klaargemaakt was niet alleen voor zijn gasten, maar ook voor de familie van de kok en die zijn vrienden en de obers en kamermeisjes namen ook wat mee naar huis en …
Take it easy man, enjoy life
En dat is wat wij vandaag ook doen.
In dit gehucht hier, Tyrell Bay, is zo weinig voedsel te krijgen dat we een uitstapje maken terug naar Hillsborough om inkopen te doen. We parkeren ons Bieke op het strand, maken haar gezekerd vast aan een boom en nemen de minibus naar de stad.
Na een mooi en bochtig ritje van zo ‘n 20 minuten worden we in het centrum, vlak bij de grote (?) supermarkten afgeleverd. Als we terug wat basisproducten hebben, lopen we nog gauw de staatsgroentehal binnen, passeren de bakker en zijn snel veel geld kwijt voor weinig waar.
Uit curieusetijd springen we ook eens de deli binnen en staan versteld van het mooie aanbod peperduur vlees, charcuterie en franse en italiaanse specialiteiten die men hier verkoopt en trakteren onszelf op een paar sneetjes gerookte ham.
Rond de middag zijn we al uitgekocht en spoeden ons terug naar huis voor het verse brood afgekoeld is.
Aan boord verorberen we één van onze lekkerste lunches in lange tijd: nog een beetje warm brood met echte (!) boter en hesp….!!!
We sluiten de dag af met de herenigde pétanqueclub en de traditionele sundowner op het strand voor ik me waag aan het koken van een zeer lokale stoverij waarvoor ik veel tips heb gekregen van de marktvrouwen die het ontzettend amusant vonden dat ik vanavond een oiled- down wilde klaarmaken.
Het stadje Hillsborough vinden we wel leuk en we dachten hier nog een dag te blijven, maar de swell (golfslag) die hier staat maakt het leven aan boord alles behalve aangenaam. We worden constant heen en weer gewiegd en struikelen over ons voeten, precies of we zat zijn. We besluiten dan maar het voorbeeld te nemen van alle andere boten hier - de meeste komen hier maar juist inklaren en zijn dan weer weg - en verkassen ons 4 nm verder zuidwaarts naar de goed beschutte Tyrell Bay.
Als we er aankomen verschieten we hoeveel jachter hier liggen, zeker wel een 50 tal incluis de helft van onze pétanqueclub. De andere helft, zo vernemen we is onderweg en wordt morgen verwacht.
In de namiddag wandelen we helemaal naar rechts in het hoekje van de baai naar de kleine bootwerf waar je je boot uit het water kan halen om aan de romp te werken - nieuwe antifouling en een paar plekken op het roer bijwerken en ….- of hem tijdens het orkaanseizoen op de kant kan zetten. We hadden vernomen dat ze hier heel redelijk zijn met hun prijs en goede service leveren en willen er wel eens het fijne van weten. Oorspronkelijk dachten we dat in Grenada te doen maar omdat we nergens gereserveerd hebben zouden we daar wel eens lang kunnen wachten voor we eruit kunnen en het gras onder onze boot groeit zo hard dat we het bijna niet kunnen bijhouden.
De prijs valt hier inderdaad reuze mee, maar ze hebben het wel erg druk en de twee eerste weken geen tijd voor ons. Nu ja, dan moeten we er nog eens goed over nadenken of we hier aan de boot gaan werken of ergens anders want het grote nadeel aan deze kleine werf is dat er geen bootswinkels in de buurt zijn en we onze spullen in Grenada moeten bestellen die dan enkel woensdags en zaterdags kunnen geleverd worden.
Als we dan ‘t een of ‘t anders op ons boodschappenlijstje vergeten zijn…?
We voelen ons weer lekker fit en uitgeslapen en vertrekken na het ontbijt naar Hilsborough in Carricou. Daar aangekomen gaan we eerst lekker zwemmen, eten op ons gemakje en in de namiddag gaan we aan land om in te klaren. Zoals ik al eerder schreef behoort Carriacou samen met Petit Martinique tot Grenada, maar in het piepkleine Martinique zijn de douane niet vertegenwoordigd en kan je dus ook niet inklaren.
Hier worden we eerst naar de immigratie dienst doorverwezen en als we onze uitklaringspapieren van Union voorleggen krijgen we een straffe sigaar van de klerk te smoren.
‘Jullie zijn 26 mei uitgeklaard in Union, right?’
‘Ja dat klopt’
‘En waarom komen jullie nu pas, drie dagen later inklaren!’
‘Euhmm…we zijn eerst nog naar Petit Martinique geweest’
‘Ja, maar Union ligt maar 45 min varen van Carriacou, dus je kon gemakkelijk eerst komen inklaren en dan naar Petit Martinique gaan’
‘Ja…dat hadden we ook kunnen doen’
‘Je weet toch dat je nu drie dagen illegaal in de Grenadian Grenadines bent geweest…!’
‘Euhm…ja zeker’
Afin, als de jonge bediende duidelijk heeft gemaakt wie hier de baas is en dat we goed in de fout zijn gegaan stempelt hij onze paspoorten zonder verdere problemen af en mogen we verder gaan naar de douane.
Bij de douane moeten we even wachten, want de dienstdoende ambtenaar is even een wandelingetje maken (de kassa gaan wegbrengen..????)
‘Kom later maar terug, maar wel voor 16.00 u want dan sluiten we’
Omdat we dan niet zo heel veel tijd over hebben voordat ze de keet dichtdoen, gaan we na ons ijsje maar direct terug kijken of ze al gearriveerd is, want het lijkt ons niet zo verstandig om tot morgen te moeten wachten voor we met alle papieren rond zijn. Die ene sigaar van daarstraks was al straf genoeg!
We overslapen ons alle twee, geraken met moeite uit ons bed en als we er dan uit zijn voelen we ons belabberd en hebben koppijn. We hebben er niet veel zin in maar gaan toch maar even aan land om brood te kopen en te kijken of we wat smokkelwaar kunnen vinden.
Petite Martinique is inderdaad klein, lijkt helemaal niet op Martinique en heeft juist geteld 3 winkels, 2 bootswinkels (!?) en 1 groenten stalleke ( afin, een kruiwagen met wat groenten). Buiten brood vinden we er niets en gaan dan ook weer snel aan boord.
Na de lunch wilden we eigenlijk doorgaan naar Carriacou maar omdat we ons nog altijd niet lekker voelen blijven we en doen een middagdutje.
We weten niet goed wat we hebben, iets verkeerd gegeten kan bijna niet want we hebben gisteren alleen yoghurt en boterhamen gehad, teveel alcohol kan al evenmin als je alleen maar water en thee drinkt maar teveel zon zou eventueel wel kunnen.
Misschien zijn we gisteren toch wel iets te laat aan onze wandeling begonnen en hebben we een overdosis zon gehad!
Voor we vertrekken naar Petite Martinique willen we eerst nog die wandeling van gisteren maken.
We beginnen er vroeg aan zodat we op het heetst van de dag terug zouden zijn, maar worden lang opgehouden bij de douanen - Union is het laatste eiland van de Grenadines dus moeten we weeral maar eens uitklaren - en komen dan nog een stel Nederlanders tegen waar we nogal lang mee blijven praten. Als we er uiteindelijk aan beginnen is het al bijna 11.00 uur en al lekker warm. Van Clifton tot Ashton is het ongeveer 3 km maar zo af en toe eens goed doorstappen doet deugd als je op een boot woont. Tegen dat we in Ashton aankomen brand de zon genadeloos en zweten we als twee ajuinen, maar omdat er een verfrissend windje staat valt het allemaal nog wel mee. We lopen er een beetje rond, kopen een flesje water en wandelen op ons gemakje (gaat niet anders) terug.
Terug aan boord eten we eerst iets en leggen dan al zeilend nog eens 5 nm af naar Petite Martinique. Zoals we al eerder hadden opgemerkt staat er hier ook niet veel wind maar wel veel golven die van alle kanten tegelijk lijken te komen. Strange,…al een geluk dat de afstanden hier zo klein zijn, want 40 nm met zo een zee is ook niet alles denk ik.
Petite Martinique hangt samen met Carriacou af van Grenada en eigenlijk valt er niets te zien of te doen, behalve dat de diesel hier het goedkoopst is van alle omringende eilanden. Soms kan je hier ook goedkoop bier en wijn inslaan maar vermits dit allemaal smokkelwaar is (de vissers hier hebben hun lijn aan de haak gehangen en houden hun tegenwoordig bezig met drank en … te smokkelen) moet je er een beetje geluk in hebben en hier op het juiste moment zijn.
Morgen gaan we misschien wel eens kijken aan land of we een paar blikjes bier kunnen kopen, maar vandaag houden we het bij diesel en vullen de watertanks en jerrycans tot ze weer helemaal vol zijn.
We beginnen er vroeg aan zodat we op het heetst van de dag terug zouden zijn, maar worden lang opgehouden bij de douanen - Union is het laatste eiland van de Grenadines dus moeten we weeral maar eens uitklaren - en komen dan nog een stel Nederlanders tegen waar we nogal lang mee blijven praten. Als we er uiteindelijk aan beginnen is het al bijna 11.00 uur en al lekker warm. Van Clifton tot Ashton is het ongeveer 3 km maar zo af en toe eens goed doorstappen doet deugd als je op een boot woont. Tegen dat we in Ashton aankomen brand de zon genadeloos en zweten we als twee ajuinen, maar omdat er een verfrissend windje staat valt het allemaal nog wel mee. We lopen er een beetje rond, kopen een flesje water en wandelen op ons gemakje (gaat niet anders) terug.
Terug aan boord eten we eerst iets en leggen dan al zeilend nog eens 5 nm af naar Petite Martinique. Zoals we al eerder hadden opgemerkt staat er hier ook niet veel wind maar wel veel golven die van alle kanten tegelijk lijken te komen. Strange,…al een geluk dat de afstanden hier zo klein zijn, want 40 nm met zo een zee is ook niet alles denk ik.
Petite Martinique hangt samen met Carriacou af van Grenada en eigenlijk valt er niets te zien of te doen, behalve dat de diesel hier het goedkoopst is van alle omringende eilanden. Soms kan je hier ook goedkoop bier en wijn inslaan maar vermits dit allemaal smokkelwaar is (de vissers hier hebben hun lijn aan de haak gehangen en houden hun tegenwoordig bezig met drank en … te smokkelen) moet je er een beetje geluk in hebben en hier op het juiste moment zijn.
Morgen gaan we misschien wel eens kijken aan land of we een paar blikjes bier kunnen kopen, maar vandaag houden we het bij diesel en vullen de watertanks en jerrycans tot ze weer helemaal vol zijn.
Ik wilde graag op Union een mooie wandeling maken naar het volgende dorp maar er zit niet veel leven in Dirk vandaag. Die heeft gisteren tot een kot in de nacht cinema gehouden en haalt nu zijn verloren uren slaap weer in.
In de namiddag komen Heidi en Bruno langs - die zijn hier ondertussen ook gearriveerd samen met de rest van de pétanqueclub - en vragen of we geen zin hebben om vanavond mee echt Creools te gaan eten, gekookt door een vrouwke dat hier op de markt een fruitstalletje heeft. Ze maakt voor minimum 4 tot maximum 12 personen eten klaar en bereidt een buffet met 12 verschillende schotels.
Callaloosoep (lijkt op spinaziesoep), Colombo chicken, vis, conch - met het juiste recept - gevulde christophenes, gevulde aardappel, gefrituurde plantains (bakbananen), salade van figs (nog een ander soort bananen), gestoofde groenten, rauwkost, aubergines, rijst met groenten en als afsluiter bananencake en vers fruit. En dat alles voor een zeer economische prijs.
We moeten eerst eens overleggen want hoewel zeer economisch is het wel iets meer als de lunch die we hier ‘s middags kunnen kopen, maar ja…we krijgen dan ook wel véél meer. Eigenlijk zijn we er snel uit en besluiten om mee te gaan want het klinkt allemaal even lekker.
Het is ook allemaal heerlijk, alleen was er iets te weinig kip en vis voor 8 personen maar door het overaanbod aan groenten hebben we met zijn allen toch ons buikje goed rond gegeten.
By the way : conch is wel lekker hoor, maar smaakt helemaal niet naar kreeft of scampi!
CONCH. De visser zei dat hij ze helemaal klaar maakt voor 15 EC$ per stuk en Dirk beloofde hem dat hij mij zou vragen of ik conches wilde.‘Alstublieft en smakelijk’
Hoe… maakt hij die dan niet klaar?
Oeps, verkeerd begrepen, hij kuist ze en slaat ze plat maar koken moeten we nog zelf doen.
‘Goed wassen in zoet water, kruiden (met wat je lekker vind bv look, ui, …), twee limoenen er over uitpersen en in een beetje water stoven.’
Ja makkelijk gezegd…ik laat ze een uurtje marineren in limoensap met een paar tenen look, olie en hot peppersauce en stoof ze daarna een half uurtje en werk het af met dille en room.
Het smaakt niet slecht, maar ook niet zo fantastisch…waarschijnlijk niet het juiste recept…?
Gisteren was Dirk een visser tegengekomen die vroeg of hij niet ge nteresseerd was in Conch - of lambi op zijn Frans. Conches zijn grote kroonslakken van meestal zo’n 20 cm groot en het beestje dat erin leeft is hier een delicatesse en wordt vergeleken met kreeft of scampi. Het vlees uit de schelp halen is wel niet zo simpel en als dat gelukt is moet je de slak nog kuisen door zijn ingewanden eruit te halen en dan plat te slaan tot ze zacht is, anders eet je precies caoutchouc
Hoe… maakt hij die dan niet klaar?
Oeps, verkeerd begrepen, hij kuist ze en slaat ze plat maar koken moeten we nog zelf doen.
‘Goed wassen in zoet water, kruiden (met wat je lekker vind bv look, ui, …), twee limoenen er over uitpersen en in een beetje water stoven.’
Ja makkelijk gezegd…ik laat ze een uurtje marineren in limoensap met een paar tenen look, olie en hot peppersauce en stoof ze daarna een half uurtje en werk het af met dille en room.
Het smaakt niet slecht, maar ook niet zo fantastisch…waarschijnlijk niet het juiste recept…?
Gisteren was Dirk een visser tegengekomen die vroeg of hij niet ge nteresseerd was in Conch - of lambi op zijn Frans. Conches zijn grote kroonslakken van meestal zo’n 20 cm groot en het beestje dat erin leeft is hier een delicatesse en wordt vergeleken met kreeft of scampi. Het vlees uit de schelp halen is wel niet zo simpel en als dat gelukt is moet je de slak nog kuisen door zijn ingewanden eruit te halen en dan plat te slaan tot ze zacht is, anders eet je precies caoutchouc
Van de Tobago Cays naar Union is maar 6 nm maar het is wel oppassen geblazen voor de riffen die hier liggen. De zee hier tussen de eilandjes is ook anders als dat we gewoon zijn, heel ruw en nochtans staat er niet echt veel wind. We worden heen en weer geschommeld tussen de golven en alles wat niet goed vast staat dondert de grond op.
Als we in Clifton op Union aankomen moeten we ook nog eens goed uit ons doppen kijken want de ankerplaats ligt achter het Thompson reef en in de baai zelf ligt er ook nog eens een rif. We manoeuvreren ons tussen de andere boten door naar een plekje waar we ons anker kunnen laten vallen. De eerste indruk van Union, vanaf de boot gezien, valt een beetje tegen maar dat kan niet anders denk ik, na de wondermooie, onbewoonde Cays.
Nu we terug in de bewoonde wereld zijn gaan we meteen aan land om brood te kopen - we hebben grote honger en zelf brood bakken duurt ongeveer 1 ½ uur en dat is ons iets te lang. Op het marktplein aangekomen riekt het er heerlijk naar bbq en met een vers brood in de hand laten we ons toch verleiden tot een take-away bbq-kip met rijst, pastasalade en linzen voor 15 EC$/pp (= €4,17). We krijgen elk een grote portie mee met een plastic vorkje in een piepschuim bakje en eten dat in de schaduw van een boom op een bankje op. Lekker…kan dat zelf niet beter klaarmaken.
Na onze lunch gaan we naar de markt en kopen 4 tomaten, 2 kleine komkommers en 1 kilo zoete aardappelen. We vragen aan de verkoopster hoe we die patatten eigenlijk moeten klaarmaken en krijgen een ganse, uitgebreide gezellige uitleg. Als we afrekenen weten we ondertussen ook hoe we casava moeten klaarmaken, gefrituurde bananen, chips en andere groundprovisions. Voor alles samen moeten we 28 EC$ neertellen…!Ja watte, dan kunnen we beter een ganse lunch kopen, dat is gemakkelijk, lekker, we hebben geen afwas en als we nog vlees of vis moeten kopen komen we waarschijnlijk goedkoper uit. Laten we ons dan maar een beetje meer aanpassen aan de plaatselijke gewoontes en zoals iedereen hier ‘ s middags een warme lunch kopen.
Het is hier zo mooi dat we nog een dag blijven. Eén dag lukt nog wel denken we, want we hebben niet veel drinkwater meer maar als we een beetje zuinig zijn vandaag dan kunnen we het zeker nog wel een dag uitzingen. Van de Toriba kunnen we anders wel 5 liter zelfgemaakt water - ontzilt zeewater van de watermaker - krijgen, maar we zien toch liever onze tanken weer helemaal tot het randje gevuld.
In de namiddag gaan we op één van die mooie strandjes hier pétanquen (weeral, straks worden we nog goed!!) en we zijn nog niet lang aan het spelen of er komt een regenbui langs.
We spurten ons naar de boot om de regen op te vangen maar het is maar een klein buitje en tegen dat het wateropvang systeem is ge nstalleerd is het gestopt met regenen. Oké, dan zullen we hier morgen toch echt moeten vertrekken en kunnen we nu nog wel eventjes voort gaan spelen.
We zijn nog maar aan het tweede spelletje als het weer begint te regenen, maar deze keer vluchten we allemaal naar de Infinity - de catamaran van Bruno en Heidi - die vlak voor het strandje ligt en waar lekker zelfgebakken wortelcake op het aanrecht staat. Het duurt niet lang of van de cake is geen kruimeltje meer over en als deze bui ook weer gepasseerd is gaan we nog maar een spelletje spelen want het is nog lang niet donker.
Bij de derde regenbui geven we het dan toch maar op, ook al omdat de schemer invalt en gaan allemaal naar huis kijken wat de pot schaft, of wat we er nog kunnen indraaien want veel schiet er niet meer over van wat we in Bequie (6 dagen geleden) hebben gekocht.
21
Mei
2009
donderdag, mei 21, 2009 11:17 pm
Deze keer liggen we niet in een baai of in de beschutting van een eiland maar achter een koraalbank in de vorm van een hoefijzer - Horse Shoe reef - dat ons bescherming biedt tegen de Atlantische Oceaan. Een halve mijl voor ons zien we de golven breken op het rif terwijl wij in rustig water dobberen. Heel apart!
Het rif zelf is beschermd gebied, maar je kan er met je bijboot naar toe, die daar aan een boeike vastknopen en er dan in, voor of achter duiken of snorkelen. De koraalbanken liggen er juist onder het wateroppervlak en als de zon schijnt zie je daar - zonder te moeten duiken - een fantastische onderwatertuin in de mooiste kleuren met allerlei gekleurde visjes. Met een beetje geluk kom je er ook al eens kleine ongevaarlijk haaien tegen, maar zoveel geluk hebben we vandaag niet…of toch…dan mogen ze nog klein en ongevaarlijk zijn, ik kom ze precies liever niet tegen…
Vlak voor het rif, waar wij ons Bieke hebben achtergelaten staat er een serieuze stroming en het terug zwemmen naar ons bootje valt niet zo goed mee. We blijven dan ook maar liever een beetje in de buurt en zijn tamelijk snel moe - wist niet dat mijn conditie zo slecht is, of is de stroming er dan echt zo sterk? - van het snorkelen.
Het rif zelf is beschermd gebied, maar je kan er met je bijboot naar toe, die daar aan een boeike vastknopen en er dan in, voor of achter duiken of snorkelen. De koraalbanken liggen er juist onder het wateroppervlak en als de zon schijnt zie je daar - zonder te moeten duiken - een fantastische onderwatertuin in de mooiste kleuren met allerlei gekleurde visjes. Met een beetje geluk kom je er ook al eens kleine ongevaarlijk haaien tegen, maar zoveel geluk hebben we vandaag niet…of toch…dan mogen ze nog klein en ongevaarlijk zijn, ik kom ze precies liever niet tegen…
Vlak voor het rif, waar wij ons Bieke hebben achtergelaten staat er een serieuze stroming en het terug zwemmen naar ons bootje valt niet zo goed mee. We blijven dan ook maar liever een beetje in de buurt en zijn tamelijk snel moe - wist niet dat mijn conditie zo slecht is, of is de stroming er dan echt zo sterk? - van het snorkelen.
Vandaag verleggen we ons 3 nm’s verder, vlak achter het Horse Shoe rif in de Tobago Cays.
Het uitzicht is hier prachtig, voor ons kijken we uit op de Atlantische Oceaan, achter ons liggen een paar piepkleine eilandjes en strekt de Cara bische zee zich uit. Het water onder ons is glashelder appelblauwzeegroen en af en toe komt er een grote schildpad langs zwemmen.
Ongelooflijk mooi.
Het enige minpunt is dat er nog zoveel andere boten liggen en dit het magische van deze plek een beetje teniet doet, maar ja…dat zeggen die anderen waarschijnlijk ook.
Als we ge nstalleerd zijn en een boke hebben gegeten nemen we onze duikbril en zwemvliezen en gaan een beetje snorkelen in de natuurlijk aquarium onder ons. We zwemmen naar het schildpadden veld, een plekje waar die beestjes komen grazen en zien er daar vijf met ne keer. Mooi om zien, zo’n log beest op het land maar zo sierlijk in het water,‘t is net of ze door het water vliegen.
Vissen zien we er ook, maar niet zo veel want die zitten meestal tussen de koralen bij het rif, maar dat is voor morgen. Van dat snorkelen krijg je zo’n dorst - af en toe hap ik al eens een slok water en nondedju da’s zout!! - dat we eerst koffie gaan drinken met de Toriba en daarna met de internationale Duitsprekende groep (de pétanqueclub van Bequia, die hier gisteren zijn aangekomen) op een van de strandjes gaan kijken hoe de zon onder de horizon zakt en de lucht prachtig roze, rood en purper kleurt.
Het uitzicht is hier prachtig, voor ons kijken we uit op de Atlantische Oceaan, achter ons liggen een paar piepkleine eilandjes en strekt de Cara bische zee zich uit. Het water onder ons is glashelder appelblauwzeegroen en af en toe komt er een grote schildpad langs zwemmen.
Ongelooflijk mooi.
Het enige minpunt is dat er nog zoveel andere boten liggen en dit het magische van deze plek een beetje teniet doet, maar ja…dat zeggen die anderen waarschijnlijk ook.
Als we ge nstalleerd zijn en een boke hebben gegeten nemen we onze duikbril en zwemvliezen en gaan een beetje snorkelen in de natuurlijk aquarium onder ons. We zwemmen naar het schildpadden veld, een plekje waar die beestjes komen grazen en zien er daar vijf met ne keer. Mooi om zien, zo’n log beest op het land maar zo sierlijk in het water,‘t is net of ze door het water vliegen.
Vissen zien we er ook, maar niet zo veel want die zitten meestal tussen de koralen bij het rif, maar dat is voor morgen. Van dat snorkelen krijg je zo’n dorst - af en toe hap ik al eens een slok water en nondedju da’s zout!! - dat we eerst koffie gaan drinken met de Toriba en daarna met de internationale Duitsprekende groep (de pétanqueclub van Bequia, die hier gisteren zijn aangekomen) op een van de strandjes gaan kijken hoe de zon onder de horizon zakt en de lucht prachtig roze, rood en purper kleurt.
Het is hier zo mooi en zo rustig dat we hier nog een dag blijven. Onze boek is trouwens ook nog niet uit en in de Tobago Cays gaan we met al dat snorkelen dat we daar moeten doen geen tijd meer hebben om te lezen.
Op het strand hier staat een stalletje waar ze shirts en kettinkjes verkopen en we vragen of we er ook aan brood kunnen geraken, maar daarvoor moeten we weer helemaal die berg over naar het dorp. Daar is het een beetje te warm voor vandaag en ik bak dan maar zelf brood aan boord. Met dat brood dat we zelf maken hebben we altijd één probleem, dat geraakt nooit afgekoeld. Zo’n vers gebakken warm brood met een knapperig korstje en een likje boter dat erover smelt is zo lekker dat er meestal niet veel overschiet om nog eens van te eten. Een gekocht brood daarentegen, daar komen we gemakkelijk drie maaltijden mee toe.
Afin, vandaag bakken we dus brood, lezen, eten, zwemmen, lezen, worden tegen zonsondergang verwacht op de Toriba (Tomas & Ulrike), koken erna, eten, lezen nog een beetje en gaan weer slapen.
Ook hier maken we ‘s morgens met zijn vieren een wandeling over het eiland. We nemen de enige weg die van het noorden naar het zuiden gaat, een kwartiertje stappen naar men zegt, maar doen er toch wat langer over. De weg gaat dan ook erg stijl omhoog voor we aan het dorp komen en is bezaaid met mooie uitzichten.
We passeren Father Divonne’s church, gelegen op het hoogste punt van het eiland van waaruit je een prachtig zicht hebt op de Tobago Cays en de omringende riffen. Achter de kerk heeft de priester indertijd met zijn gemeenschap een groot waterreservoir gebouwd en hen zo voorzien van vers water in dit grote zoute gebied.
Het dorp zelf stelt niet veel voor maar dat kan je nu ook niet verwachten als het hele eiland maar een 200 tal inwoners heeft hé. We vinden er anders wel twee winkeltjes met weinig koopwaar en een paar restaurantjes die, bij een blik op de menukaart, duidelijk niet voor de lokale bevolking bestemd zijn.
Na de wandeling die toch iets steviger is uitgevallen dan verwacht houden we het de rest van de dag rustig. We lezen wat, plonsen af en toe in het water voor wat afkoeling, lezen nog wat, maken eten en houden vakantie.
We gaan het dorpke nog eens bekijken maar deze keer met daglicht en samen met Tomas en Ulrike van de Toriba die gisteren ook naar Canouan zijn gezeild.
Het is klein, heel rustig - er rijden zowat geen auto’s rond - en de mensen zijn allemaal even vriendelijk. Er is niemand die ons iets wil verkopen, of rondrijden met de taxi of tegen betaling mee uit vissen nemen, nee, ze zeggen allemaal vriendelijk goedendag, knikken ons toe en laten ons verder met rust. Ondanks dat het zondag is, loopt er tamelijk veel volk rond vinden we - op de andere eilanden is er zondag’s geen kat op straat te zien - is het plaatselijke winkeltje open en kan je zelfs groenten en fruit kopen op straat.
Om terug naar de boot te gaan moeten we door het Tamarind hotel en daar verschieten we dat er zo weinig volk zit. Een mooi superdeluxe hotel met eigen strand, bar en hoogaangeschreven restaurant en met moeite zien we er misschien tien gasten. Waar zitten al die toeristen toch? Sinds St -Lucia vragen we ons dat af want we zien veel sjieke restaurants en hotels maar bijna allemaal zonder volk…
Terug aan boord lunchen we en gaan dan, op aanraden van de Toriba naar Salt Whistle Bay in Mayreau. We waren eigenlijk niet van plan dit eiland aan te doen, maar Tomas vind het strand van Salt Whistle het mooiste van de Carieb en wij vinden dat we er dan toch eens moeten gaan kijken.
Salt Whistle heeft inderdaad een fantastisch mooie baai en bij zonsondergang, in aangenaam gezelschap, op het strand met een sundowner in de hand wordt dit plekje ook één van onze favorieten.
Het is klein, heel rustig - er rijden zowat geen auto’s rond - en de mensen zijn allemaal even vriendelijk. Er is niemand die ons iets wil verkopen, of rondrijden met de taxi of tegen betaling mee uit vissen nemen, nee, ze zeggen allemaal vriendelijk goedendag, knikken ons toe en laten ons verder met rust. Ondanks dat het zondag is, loopt er tamelijk veel volk rond vinden we - op de andere eilanden is er zondag’s geen kat op straat te zien - is het plaatselijke winkeltje open en kan je zelfs groenten en fruit kopen op straat.
Om terug naar de boot te gaan moeten we door het Tamarind hotel en daar verschieten we dat er zo weinig volk zit. Een mooi superdeluxe hotel met eigen strand, bar en hoogaangeschreven restaurant en met moeite zien we er misschien tien gasten. Waar zitten al die toeristen toch? Sinds St -Lucia vragen we ons dat af want we zien veel sjieke restaurants en hotels maar bijna allemaal zonder volk…
Terug aan boord lunchen we en gaan dan, op aanraden van de Toriba naar Salt Whistle Bay in Mayreau. We waren eigenlijk niet van plan dit eiland aan te doen, maar Tomas vind het strand van Salt Whistle het mooiste van de Carieb en wij vinden dat we er dan toch eens moeten gaan kijken.
Salt Whistle heeft inderdaad een fantastisch mooie baai en bij zonsondergang, in aangenaam gezelschap, op het strand met een sundowner in de hand wordt dit plekje ook één van onze favorieten.
Voor de middag zijn we naar de markt geweest, de supermarkt en de bakker en nu zijn we hier echt helemaal klaar. Canouan wacht op ons.
We lichten het anker, richten de boeg naar het zuiden en zeilen met een oostenwind van om en bij de 4 bf Bequia uit. Algauw blijkt dat de weersvoorspellingen het weer voor vandaag hebben overschat want we blijven onder de 18 knopen wind en blijven droog! Er staan ook geen golven, alleen lange baren van de oceaandeining waarover we langzaam op en af glijden.
De Grenadines liggen allemaal dicht bijeen en het duurt niet lang of we kunnen ons anker alweer het water in droppen in de baai van Canouan. Dit eiland wordt door de Lonely Planet aangeraden om aan te doen omdat het nog een echt authentiek dorp heeft. Canouan is voor de helft verkocht aan een groot resort met alles erop en eraan inclusief een golfterrein waardoor het land veel van zijn charme verloren is, maar aan de andere kant geeft dit resort werk aan de lokale bevolking en hebben de mensen het hier in tegenstelling tot de omringende eilanden helemaal niet slecht.
Voor het donker wordt gaan we nog even aan land wandelen in dat enige dorpke maar zijn iets te laat vertrokken want de schemering valt al spoedig in.
We overwegen om een aperitiefje te drinken in het Tamarind hotel, vlak voor onze boot en onafhankelijk van het resort maar als we zien hoeveel we moeten betalen voor een glaasje fruitsap in een comfortabele zetel onder een parasol vlak bij het strand, met uitzicht op de zeiljachten, besluiten we om het strand van de andere kant te bewonderen met een biertje op ons terras.
We lichten het anker, richten de boeg naar het zuiden en zeilen met een oostenwind van om en bij de 4 bf Bequia uit. Algauw blijkt dat de weersvoorspellingen het weer voor vandaag hebben overschat want we blijven onder de 18 knopen wind en blijven droog! Er staan ook geen golven, alleen lange baren van de oceaandeining waarover we langzaam op en af glijden.
De Grenadines liggen allemaal dicht bijeen en het duurt niet lang of we kunnen ons anker alweer het water in droppen in de baai van Canouan. Dit eiland wordt door de Lonely Planet aangeraden om aan te doen omdat het nog een echt authentiek dorp heeft. Canouan is voor de helft verkocht aan een groot resort met alles erop en eraan inclusief een golfterrein waardoor het land veel van zijn charme verloren is, maar aan de andere kant geeft dit resort werk aan de lokale bevolking en hebben de mensen het hier in tegenstelling tot de omringende eilanden helemaal niet slecht.
Voor het donker wordt gaan we nog even aan land wandelen in dat enige dorpke maar zijn iets te laat vertrokken want de schemering valt al spoedig in.
We overwegen om een aperitiefje te drinken in het Tamarind hotel, vlak voor onze boot en onafhankelijk van het resort maar als we zien hoeveel we moeten betalen voor een glaasje fruitsap in een comfortabele zetel onder een parasol vlak bij het strand, met uitzicht op de zeiljachten, besluiten we om het strand van de andere kant te bewonderen met een biertje op ons terras.
Eigenlijk zijn we klaar hier in Bequia en wilden we graag voor 20 mei in Grenada zijn om vrienden van ons uit te zwaaien - die gaan voor het orkaanseizoen naar Nederland en blijven er overzomeren - maar daar geraken we nooit niet meer op tijd tenzij we een deel eilanden overslaan.
Dat zou zonde zijn, vinden we, om het mooiste gedeelte van de Caraïben links te laten liggen en eilanden zoals de beroemde Tobago Cays voorbij te zeilen.
De andere optie die we overwegen, nml om meteen naar Grenada door te varen en dan terug te keren wordt in de Pilot afgeraden omdat het stuk tussen Carriacou en Grenada van noord naar zuid goed te doen is maar andersom nogal onaangenaam kan zijn. We moeten ons dan ook eerst uitklaren uit St Vincent en de Grenadines en inklaren in Grenada en dan weer uit Grenada en in SV en de Grenadines en dan nog eens als we terug komen en zo kunnen we natuurlijk wel bezig blijven hé. Afin, we besluiten dan maar om het rustig aan te doen en denken dat onze vrienden dat wel zullen verstaan.
Bon, dus nu we niet meer gehaast zijn kunnen we vandaag evengoed nog een dag langer blijven en met de pétanqueclub een stevige wandeling maken naar Friendship Bay.
We ontbijten op tijd, smeren onze benen in en doen alvast wat opwarmingsoefeningen en zijn er helemaal klaar voor als we via de VHF vernemen dat de wandeling niet door gaat.
Ja, wat nu…toch maar vertrekken naar het volgende eiland of nog een dag in Bequia blijven.
We kiezen voor het laatste, halen de bus On en Off nog eens te voorschijn, de inoxpoets en wat vodden en verwennen onze Narid nog eens op een rompverzorging.
Dat zou zonde zijn, vinden we, om het mooiste gedeelte van de Caraïben links te laten liggen en eilanden zoals de beroemde Tobago Cays voorbij te zeilen.
De andere optie die we overwegen, nml om meteen naar Grenada door te varen en dan terug te keren wordt in de Pilot afgeraden omdat het stuk tussen Carriacou en Grenada van noord naar zuid goed te doen is maar andersom nogal onaangenaam kan zijn. We moeten ons dan ook eerst uitklaren uit St Vincent en de Grenadines en inklaren in Grenada en dan weer uit Grenada en in SV en de Grenadines en dan nog eens als we terug komen en zo kunnen we natuurlijk wel bezig blijven hé. Afin, we besluiten dan maar om het rustig aan te doen en denken dat onze vrienden dat wel zullen verstaan.
Bon, dus nu we niet meer gehaast zijn kunnen we vandaag evengoed nog een dag langer blijven en met de pétanqueclub een stevige wandeling maken naar Friendship Bay.
We ontbijten op tijd, smeren onze benen in en doen alvast wat opwarmingsoefeningen en zijn er helemaal klaar voor als we via de VHF vernemen dat de wandeling niet door gaat.
Ja, wat nu…toch maar vertrekken naar het volgende eiland of nog een dag in Bequia blijven.
We kiezen voor het laatste, halen de bus On en Off nog eens te voorschijn, de inoxpoets en wat vodden en verwennen onze Narid nog eens op een rompverzorging.
Gisteren hebben we bij Bruno en Heidi het Duitse koppel Tomas en Ulrike leren kennen.
Tomas en Ulrike organiseren vandaag een pétanque namiddag op het strand en vroegen of we niet mee wilden doen.
‘Pétanque?’ vraagt Dirk ‘Dat is toch voor oude mensen’
‘Mijn ouders spelen dat op vakantie!’
‘Ja…wij zijn toch al oud’ antwoordt Heidi ‘Jullie (Tomas en Ulrike zijn van onze leeftijd) zijn juist vier snotneuzen met een boot’.
Als we ’s middags op het strand arriveren komen we in een internationaal Duistsprekend gezelschap terecht. We zijn met zijn twaalven en komen vanuit Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland en België. Omdat we met meer volk zijn dan dat er pétanqueballen zijn krijgt ieder één bal en wordt er afgewisseld.
We spelen drie spelletjes, mannen met zware boules tegen vrouwen met plastic boules, dan wisselen we van boules en tenslotte mengen we de mannen met de vrouwen en de zware ballen met de lichte.
Hoewel pétanque voor oude mensen is doet Dirk dat niet slecht en zit hij steeds in de winnende ploeg. Zou hij dan toch ook niet meer zo jong zijn??
Na het laatste spelletjes is de zon al bijna onder en haasten we ons naar de standbar voor een sundowner.
Te laat, de zon is al onder en de bar is al dicht!
Och dat is geen erg, dan bouwen we wel een feestje zonder barman. Vermits niemand een kuip heeft waar twaalf man in past installeren we ons op de ligstoelen hier op het strand en gaat er één iemand achter drinken en iemand anders achter bekertjes en knabbetjes.
Met zijn allen genieten we nog wat na van de dag en nog een paar dagen in dit gezelschap en ik spreek net als Dirk vloeiend Duits.
Tomas en Ulrike organiseren vandaag een pétanque namiddag op het strand en vroegen of we niet mee wilden doen.
‘Pétanque?’ vraagt Dirk ‘Dat is toch voor oude mensen’
‘Mijn ouders spelen dat op vakantie!’
‘Ja…wij zijn toch al oud’ antwoordt Heidi ‘Jullie (Tomas en Ulrike zijn van onze leeftijd) zijn juist vier snotneuzen met een boot’.
Als we ’s middags op het strand arriveren komen we in een internationaal Duistsprekend gezelschap terecht. We zijn met zijn twaalven en komen vanuit Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland en België. Omdat we met meer volk zijn dan dat er pétanqueballen zijn krijgt ieder één bal en wordt er afgewisseld.
We spelen drie spelletjes, mannen met zware boules tegen vrouwen met plastic boules, dan wisselen we van boules en tenslotte mengen we de mannen met de vrouwen en de zware ballen met de lichte.
Hoewel pétanque voor oude mensen is doet Dirk dat niet slecht en zit hij steeds in de winnende ploeg. Zou hij dan toch ook niet meer zo jong zijn??
Na het laatste spelletjes is de zon al bijna onder en haasten we ons naar de standbar voor een sundowner.
Te laat, de zon is al onder en de bar is al dicht!
Och dat is geen erg, dan bouwen we wel een feestje zonder barman. Vermits niemand een kuip heeft waar twaalf man in past installeren we ons op de ligstoelen hier op het strand en gaat er één iemand achter drinken en iemand anders achter bekertjes en knabbetjes.
Met zijn allen genieten we nog wat na van de dag en nog een paar dagen in dit gezelschap en ik spreek net als Dirk vloeiend Duits.
Het radiogebeuren is maar plat de laatste tijd. We maken nog elke dag om 14.00 utc verbinding met België maar de condities zijn zo slecht dat we er praktisch niet door geraken.
Soms horen we ON3JF die ook elke dag op hetzelfde uur achter de radio zit maar kunnen we hem niet verstaan en ON6TM horen wij wel tamelijk goed maar zij beiden verstaan niets van wat wij zeggen.
‘Geen erg’, zegt ON3JF elkes keer ‘we proberen het morgen gewoon nog eens een keer.’
Normaal zouden de condities beter moeten gaan worden, dus wij geven ook niet op en blijven elke dag om 14.00 utc roepen.
Na de ssb-sessie, die weeral op niets is uitgelopen, pakken we onze was en gaan naar de wasserette. Op aanraden van Heidi vraag ik of ze warm water hebben.
‘Euhm, als dat moet zetten we de boiler op maar dan moet je wel even wachten tot het water warm is’
‘Oke, ik zou graag één machine warm willen wassen’
Dat verstaan ze niet goed en de boiler krijgen ze ook niet opgezet.
Ik steek de machines dat maar niet te vol, doe er een beetje extra poeder in en hoop dat de was er straks toch een beetje proper uitkomt.
Het valt goed mee, het ziet er proper uit, maar belangrijker, het riekt weer fris.
Soms horen we ON3JF die ook elke dag op hetzelfde uur achter de radio zit maar kunnen we hem niet verstaan en ON6TM horen wij wel tamelijk goed maar zij beiden verstaan niets van wat wij zeggen.
‘Geen erg’, zegt ON3JF elkes keer ‘we proberen het morgen gewoon nog eens een keer.’
Normaal zouden de condities beter moeten gaan worden, dus wij geven ook niet op en blijven elke dag om 14.00 utc roepen.
Na de ssb-sessie, die weeral op niets is uitgelopen, pakken we onze was en gaan naar de wasserette. Op aanraden van Heidi vraag ik of ze warm water hebben.
‘Euhm, als dat moet zetten we de boiler op maar dan moet je wel even wachten tot het water warm is’
‘Oke, ik zou graag één machine warm willen wassen’
Dat verstaan ze niet goed en de boiler krijgen ze ook niet opgezet.
Ik steek de machines dat maar niet te vol, doe er een beetje extra poeder in en hoop dat de was er straks toch een beetje proper uitkomt.
Het valt goed mee, het ziet er proper uit, maar belangrijker, het riekt weer fris.
Ze zijn met meer dan 30 en sommige zijn gewoon maar rotsen die uit het water steken maar Bequia is met zijn 18 km˛ één van de grootjes eilandjes van de Grenadines. Het heef één grote baai, Admiralty Bay waar je zowel de hoofdstad in vindt, Port Elizabeth, als verschillende hotels en restaurants.
Een wandelingetje op de Belmont Walkway, een nauwe trottoir langs de waterkant leert ons dat hier een paar supermarkten zijn, een bootswinkel, vele terrasjes en een wasserette. Dit laatste is wel zeer interessant want onze wasmand begint weer kwalijke geurtjes voort te brengen.
Bij Maria’s French Terrace, waar ze wi-fi hebben komen we Yavuz en Yildiz weer tegen
en we spreken vanavond af in de Hibiscus voor een rumpunch.
Een wandelingetje op de Belmont Walkway, een nauwe trottoir langs de waterkant leert ons dat hier een paar supermarkten zijn, een bootswinkel, vele terrasjes en een wasserette. Dit laatste is wel zeer interessant want onze wasmand begint weer kwalijke geurtjes voort te brengen.
Bij Maria’s French Terrace, waar ze wi-fi hebben komen we Yavuz en Yildiz weer tegen
en we spreken vanavond af in de Hibiscus voor een rumpunch.
Mei
2009
vrijdag, mei 1, 2009 8:39 am
Van de namiddag hebben we Yildiz en Yazuv gevraagd om eens iets bij ons te komen drinken.
‘Dan maken we bananenspinnen’ zei Dirk
en het water liep hem door de mond.
Dirk lust die spinnen zo graag dat hij mij iedereen die langst komt spinnen laat voorzetten want voor ons tweetjes alleen maak ik die niet zo snel.
Nu vind ik dat meestal geen probleem om deze lekkernij te maken - ik oogst er altijd veel succes mee - maar vandaag liggen we opeens zo te schommelen op de ankerplaats dat ik het toch maar een beetje gevaarlijk vind om in de wokpan, op het gasvuur bananen te frituren in hete olie…
‘Och zegt’ Dirk ‘als de swell niet erger wordt als dit kan het nog wel en ik zal de pan wel komen vasthouden hoor’.
Ja, wat er precies aan de hand is met het weer weten we niet, maar het is wel gek. De wind is noordwest gedraaid, wat hier bijna nooit voorkomt en daardoor liggen we nu eigenlijk aan de verkeerde kant van het eiland voor wat beschutting. Als we de weersvoorspellingen opvragen weten die hier helemaal niets vanaf. Heel gek, maar in de late namiddag draait de wind weer naar de goede kant en neemt de deining terug wat af.
Klokslag om 18.00, zoals afgesproken, komen Yildiz en Yasuv aan. We zouden eerst iets drinken bij ons aan boord en dan naar de Friday Night ‘Jump Up’ street party gaan in Gros Islet.
De spinnen vallen zeer in de smaak maar ik heb precies wat weinig gemaakt want Yazuv heeft grote honger. We krijgen de indruk dat ze ons verkeerd begrepen hebben en dachten dat ze eten kregen ipv van een drankje met een knabbeltje…we kunnen hem nog wel een sneetje brood en knoflook geven waar hij om vraagt, maar een ganse maaltijd daar zijn we echt niet op voorzien.
Op de Street Party zijn ze er anders wel op voorzien want vrijdag’s worden daar de bbq’s op straat gezet en is er een grote keuze aan gegrilde kip, vis of ribben.
Als het feest daar al volop aan de gang is gaan we er een kijkje nemen maar we zitten zo vol met nootjes en chips en spinnen dat we echt geen zin meer hebben om nog van de grilspecialiteiten te proeven. Maar dat maakt niet uit, het is gewoon al leuk om er de sfeer op te snuiven en te zien hoe de St Luciaan zich ontspant van de werkweek en het weekend al dansend en shakend inzet.
‘Dan maken we bananenspinnen’ zei Dirk
en het water liep hem door de mond.
Dirk lust die spinnen zo graag dat hij mij iedereen die langst komt spinnen laat voorzetten want voor ons tweetjes alleen maak ik die niet zo snel.
Nu vind ik dat meestal geen probleem om deze lekkernij te maken - ik oogst er altijd veel succes mee - maar vandaag liggen we opeens zo te schommelen op de ankerplaats dat ik het toch maar een beetje gevaarlijk vind om in de wokpan, op het gasvuur bananen te frituren in hete olie…
‘Och zegt’ Dirk ‘als de swell niet erger wordt als dit kan het nog wel en ik zal de pan wel komen vasthouden hoor’.
Ja, wat er precies aan de hand is met het weer weten we niet, maar het is wel gek. De wind is noordwest gedraaid, wat hier bijna nooit voorkomt en daardoor liggen we nu eigenlijk aan de verkeerde kant van het eiland voor wat beschutting. Als we de weersvoorspellingen opvragen weten die hier helemaal niets vanaf. Heel gek, maar in de late namiddag draait de wind weer naar de goede kant en neemt de deining terug wat af.
Klokslag om 18.00, zoals afgesproken, komen Yildiz en Yasuv aan. We zouden eerst iets drinken bij ons aan boord en dan naar de Friday Night ‘Jump Up’ street party gaan in Gros Islet.
De spinnen vallen zeer in de smaak maar ik heb precies wat weinig gemaakt want Yazuv heeft grote honger. We krijgen de indruk dat ze ons verkeerd begrepen hebben en dachten dat ze eten kregen ipv van een drankje met een knabbeltje…we kunnen hem nog wel een sneetje brood en knoflook geven waar hij om vraagt, maar een ganse maaltijd daar zijn we echt niet op voorzien.
Op de Street Party zijn ze er anders wel op voorzien want vrijdag’s worden daar de bbq’s op straat gezet en is er een grote keuze aan gegrilde kip, vis of ribben.
Als het feest daar al volop aan de gang is gaan we er een kijkje nemen maar we zitten zo vol met nootjes en chips en spinnen dat we echt geen zin meer hebben om nog van de grilspecialiteiten te proeven. Maar dat maakt niet uit, het is gewoon al leuk om er de sfeer op te snuiven en te zien hoe de St Luciaan zich ontspant van de werkweek en het weekend al dansend en shakend inzet.
11
Mei
2009
maandag, mei 11, 2009 6:39 pm
Nu we gisteren toch zoveel betaald hebben om voet aan land te mogen zetten vinden we dat we dat ook maar eens moeten doen.
Wallilabou Bay was ooit de set van Pirate’s of the Carrebean II’ en het decor van halve huizen en doodskisten in piepschuim staat er nog steeds. Wel eens leuk om van dichtbij te zien vinden we.
Een mijl inlands is er ook een waterval maar de Pilot schrijft terecht dat de waterval niet veel voorstelt maar de wandeling ernaartoe wel mooi is. Klopt ook.
Op het eerste zicht is St-Vincent een prachtig en heel groen eiland met nog een woeste natuur en weinig urbanisatie. Het eiland is echt de moeite, alleen spijtig dat er St-Vincentianen in wonen.
De bevolking doet niet anders als ons vanalles en nog wat proberen aan te smeren en vraagt voor alles geld. Voor een fotootje van hun kinderen vragen ze 5 US$, van hunzelf terwijl ze houtskool aan het maken zijn 10EC, voor 15 EC willen ze je vuilbak wegdoen (kunnen we gemakkelijk zelf doen) en voor 10 EC maken ze je lijn los als je weer wegvaart en ga zo maar door.
Tegen de middag vinden we het dan ook genoeg geweest en zeilen verder naar het volgende eiland, het eerste van de Grenadines, nml Bequia.
Het is maar een kort stukje zeilen, ongeveer 15 nm maar vandaag zeilt het nog lekkerder als gisteren. Twee en een half uur later al plonst ons anker het water weer in in Admiralty Bay maar wat ons betreft mocht het vandaag ietsie pietsie langer geduurd hebben.
Wallilabou Bay was ooit de set van Pirate’s of the Carrebean II’ en het decor van halve huizen en doodskisten in piepschuim staat er nog steeds. Wel eens leuk om van dichtbij te zien vinden we.
Een mijl inlands is er ook een waterval maar de Pilot schrijft terecht dat de waterval niet veel voorstelt maar de wandeling ernaartoe wel mooi is. Klopt ook.
Op het eerste zicht is St-Vincent een prachtig en heel groen eiland met nog een woeste natuur en weinig urbanisatie. Het eiland is echt de moeite, alleen spijtig dat er St-Vincentianen in wonen.
De bevolking doet niet anders als ons vanalles en nog wat proberen aan te smeren en vraagt voor alles geld. Voor een fotootje van hun kinderen vragen ze 5 US$, van hunzelf terwijl ze houtskool aan het maken zijn 10EC, voor 15 EC willen ze je vuilbak wegdoen (kunnen we gemakkelijk zelf doen) en voor 10 EC maken ze je lijn los als je weer wegvaart en ga zo maar door.
Tegen de middag vinden we het dan ook genoeg geweest en zeilen verder naar het volgende eiland, het eerste van de Grenadines, nml Bequia.
Het is maar een kort stukje zeilen, ongeveer 15 nm maar vandaag zeilt het nog lekkerder als gisteren. Twee en een half uur later al plonst ons anker het water weer in in Admiralty Bay maar wat ons betreft mocht het vandaag ietsie pietsie langer geduurd hebben.
Om 6.00 staan we op (jaja…’t is niet alle dagen vakantie hé) , maken de Narid klaar, leggen Bieke op dek en om 7.00 zijn we al onderweg naar St Vincent.
We hebben 55 nm ‘s voor de boeg en aan een gemiddelde snelheid van 5 mijl per uur is dat dus tien uur en een beetje en zouden we tegen 17.00 moeten aankomen. Mooi op tijd om nog een zwemmeke te doen en dan aan het eten te beginnen.
De eerste twee uur doen we wegens gebrek aan wind op de motor maar vermits er niet zoveel sap meer in de batterijen zitten komt ons dat eigenlijk wel uit. Na twee uurtjes zijn we dan in het kanaal tussen de twee eilanden en kunnen beginnen met zeilen. Het wordt weer een leuk tochtje. We hebben een halve wind van 4 Bf (ongeveer 15 knopen) en een rustige zee en onze Narid is in haar element.
Tegen 7,5 en soms zelfs 8 knopen brengt ze ons naar St Vincent en steekt zelfs de catamaran van Bruno en Heidi, die gelijktijdig met ons vertrokken zijn voorbij.
Twee uur vroeger als onze ETA zeilen we Wallilabou binnen en worden daar verwelkomt door de boat boys.
Voor 20 EC* nemen we daar een boei en voor 10 EC geeft een boat boy ons die boei aan en maakt nog een lijn (4 landvasten!) vast van het achterschip tot aan een palmboom op de kant.
Als we nog niet tegoei liggen komen de andere boys af met kettinkjes, armbandjes, vis, brood voor morgen, groenten, fruit,…iedereen wil wat verkopen en wij willen eigenlijk niets…
Wanneer die gasten één voor één weer afdruipen staan de douane naar ons te zwaaien en zeggen dat we meteen moeten komen inklaren. Omdat het zondag is hadden we de gele vlag (quarantaine vlag waarmee je 24 uur in een land mag verblijven zonder in te klaren maar in die 24 uur niet van boord mag) opgehangen maar daar zijn ze hier niet mee gediend. We wilden zo de overcharge ontlopen en morgen in Bequia de papieren in orde maken maar dat was zonder de St Vincentse ambtenaren gerekend. Of we nu van boord willen of niet, we moeten ons vandaag nog legaliseren in St Vincent en de Grenadines zodat zij bovenop de normale tax nog eens 50 EC extra aan overuren kunnen aanrekenen.
* EC 3,5 = €1
Of het de mooiste van de Cara ben is durf ik nog niet te zeggen (we moeten nog een heel stuk van de Carieb doen hé) maar Marigot Bay is inderdaad prachtig. De baai is diep uit de weelderige groene kust van St Lucia gesneden en heeft naast mangrove ook een wit zandstrand met koningspalmen. Een echt plekje om bij weg te dromen en eentje dat je zeker niet mag overslaan.
Met ons Bieke verkennen we de baai en gaan kijken of onze naam op de palmbomen staat maar helaas….we zullen nog wat verder moeten zoeken*.
Ondertussen genieten we nog even van dit kleine paradijsje en maakt Dirk het bedieningspaneel van de boegschroef. De printplaat is een beetje gecorrodeerd door water dat er ergens is in geraakt en de boegschroef draait alleen nog maar naar rechts. We gebruiken de boegschroef nu wel bijna niet meer en een nieuwe printplaat kopen vinden we zeker niet de moeite maar na een beetje gepruts is dat ook niet nodig. Dirk soldeert ergens een draadje als overbrugging over een spoor, plakt het doosje goed dicht met tec 7 en de schroef werkt weer als nieuw!
Net als we hier willen vertrekken komt de Infinity Cat binnen gelopen. In Rodney Bay lagen Bruno en Heidi vlak bij ons en hadden ons eens uitgenodigd op hun catamaran maar daar zijn we toen niet geraakt. Toen we Rodney bay uitvoeren hadden we beloofd dat we hen de eerstvolgende keer als we elkaar zagen zeker zouden komen bezoeken. Omdat belofte schuld maakt stellen we ons vertrek uit tot morgen en gaan op de koffie.
*Dirk zegt altijd: ‘als ik ergens twee palmbomen vind waar mijn naam staat ingegraveerd en waar mijn hangmat tussen past, dan blijf ik daar’.
Met ons Bieke verkennen we de baai en gaan kijken of onze naam op de palmbomen staat maar helaas….we zullen nog wat verder moeten zoeken*.
Ondertussen genieten we nog even van dit kleine paradijsje en maakt Dirk het bedieningspaneel van de boegschroef. De printplaat is een beetje gecorrodeerd door water dat er ergens is in geraakt en de boegschroef draait alleen nog maar naar rechts. We gebruiken de boegschroef nu wel bijna niet meer en een nieuwe printplaat kopen vinden we zeker niet de moeite maar na een beetje gepruts is dat ook niet nodig. Dirk soldeert ergens een draadje als overbrugging over een spoor, plakt het doosje goed dicht met tec 7 en de schroef werkt weer als nieuw!
Net als we hier willen vertrekken komt de Infinity Cat binnen gelopen. In Rodney Bay lagen Bruno en Heidi vlak bij ons en hadden ons eens uitgenodigd op hun catamaran maar daar zijn we toen niet geraakt. Toen we Rodney bay uitvoeren hadden we beloofd dat we hen de eerstvolgende keer als we elkaar zagen zeker zouden komen bezoeken. Omdat belofte schuld maakt stellen we ons vertrek uit tot morgen en gaan op de koffie.
*Dirk zegt altijd: ‘als ik ergens twee palmbomen vind waar mijn naam staat ingegraveerd en waar mijn hangmat tussen past, dan blijf ik daar’.
Het weer ziet er vandaag al stukken beter uit, het is nog wel bewolkt maar het regent niet meer.
Omdat bijna iedereen ons heeft aangeraden om hier antifouling (anti aangroei voor het onderwaterschip) te kopen gaan we maar naar de bootswinkel om dat te doen. We willen de boot pas in Trinidad of Venezuela uit het water halen om eraan te werken maar volgens velen hebben ze daar geen antifouling op voorraad en is ze duur omdat ze moet worden ingevlogen.
We hebben daar eigenlijk een beetje onze twijfels over, want Venezuela is tax free en over het algemeen genomen veel goedkoper dan de Cara ben, maar nemen het zekere voor het onzekere en kopen 2 gallons Island 44 van het merk Sea Hawk, een mengsel van tin en andere chemicaliën waarbij onze collega zeilers in deze tropische wateren zweren. Met dit goedje onder de boot zouden we twee jaar goed zitten, beloven ze ons en hopelijk hebben ze gelijk want dit kost ons zo maar eventjes 295 US$ per gallon!
Als we uitgekocht en uitgeklaard zijn is het al laat maar we vertrekken toch nog, want we hebben schriek dat we hier anders nooit weg geraken. We zouden hier maar één of twee dagen blijven en anderhalve week later liggen we hier nog steeds.
Omdat we nog maar drie uur hebben voor het weer donker wordt besluiten we om in Marigot Bay te overnachten en morgen verder naar het zuiden te zeilen. Tegen 17.00 komen we aan en blijkbaar is dat niets te vroeg want het ligt hier al goed vol, het is zelfs zoeken geblazen naar een ankerplekje. Voor € 25,00 mogen we aan een mooring gaan hangen (enkel hangen en geen verdere faciliteiten) maar voor dat geld herdoen we ons ankermanoeuvre met plezier 3 keer voordat het anker achter een steen blijft vastzitten!
Onze plannen voor vandaag waren om eerst nog even naar de bootswinkel te gaan en dan naar Soufri re te zeilen met een tussenstop in Marigot.
Marigot Bay is volgens sommigen de mooiste baai in de Cara ben en we dachten om daar ons anker te laten vallen voor de lunch en onze boterhammetjes te eten in Dr Doolittle’s achtertuin (ja,die van de musical). Maar het regent vandaag weer zo hard dat onze plannen er van wegspoelen.
Vannacht is het weer begonnen en ik spreek nu echt niet over een beetje salaatregen want het lijkt er meer op of ze ergens een kraan hebben open gezet. Drinkbaar water dat we zomaar hoeven op te vangen.
Omdat onze watertanks half leeg zijn en we dit water echt wel kunnen gebruiken denkt Dirk een systeem uit om er een beetje van te kunnen vergaren. Hij leidt het water dat vooraan op het dek valt via een landvast (= dikke koord) direct naar de vulstop van de voorste tank. Het is maar een klein straaltje water dat de tank inloopt maar met deze regenval heeft hij na een zestal uren toch ongeveer een 60 liter water bijeen!
Als we ‘s avonds nog even langs Maarten gaan krijgen we van hem 2 jerrycans regenwater cadeau. Maarten vangt zoveel regen op dat zijn tanken nu boemvol zitten zodat hij gemakkelijk wat kan missen. Trouwens als het zo blijft doorgaan heeft hij dat vannacht wel weer gerecupereerd.
Zoals we gisteren al konden voorspellen is het vandaag grijs, bewolkt, vochtig en regent het geregeld. Echt geen zeilweer, maar nog eens een ganse dag binnen blijven zitten in de boot zien we ook niet echt zitten. De 7 m² leefruimte waarover we beschikken - zonder de kuip (daar wordt je nat als het regent), de kooien en natte cellen - lijkt na zo’n een ganse dag binnen nog wat kleiner te worden als het al is en eventjes is dat wel cosy, maar op den duur krijg je echt wel nood aan wat meer ruimtelijk gevoel (gewoon buiten kunnen zitten ofzo) en véél verse lucht.
Afin, we besluiten om vanmiddag, gewapend met regenjas en paraplu toch naar dat jazzoptreden te gaan en nemen de bus naar Castries in plaats van dat we ernaartoe zeilen.
We eten eerst nog wel zeer lokaal vlak naast de markt; stoofvlees of kalkoen met ground provisions (zoete aardappel, plantains, broodvrucht en maniok) rijst, bonen, rauwkost, macaroni en kaas en noodles met gestoofde groenten plus een glas passievruchtensap voor maar 4,5 € per persoon. Ja…zeg nu zelf, daar kan je toch geen honger voor lijden hé en je medemens op een concert storen met een grommende maag. By the way…het was nog lekker ook.
De Jazz at LunchTime On the Corner daarentegen valt tegen, een steelband die veel lawaai maakt en daarmee is alles zowat gezegd. Al een geluk dat we daarjuist zo goed hebben gegeten, anders hadden we het zonde gevonden om helemaal tot hier te komen.
Tussen de buien door wandelen en shoppen we nog wat en omdat we hier nu toch zijn, blijven we tot de Jazz at Tea Time in the Carenage. Dit optreden is wel goed, ene gast die de pannen van het dak zingt en een serieus deuntje uit zijn trompet blaast waardoor zijn publiek niet kan blijven stil staan. Zo ziet je dat niet in België hoor, iedereen staat hier gewoon mee te zingen en te swingen en wij kunnen natuurlijk ook niet achter blijven hé.
De grijse, natte en bewolkte dag is er nog een hele leuke geworden.
Om vier uur vannacht is het begonnen en het stopt niet meer. Het regent dat het gene naam heeft, de ene stortbui volgt de andere op en het water valt met bakken tegelijk uit de lucht.
Zonde dat we nog steeds geen gootjes aan onze bimini hebben of een ander systeem om regenwater op te vangen want onze watertanks zouden met dit weer snel gevuld zijn.
We hebben nochtans stof liggen om een goot aan het afdak te stikken en willen dan proberen om het water dat op de bimini (afdak in dekzeil boven de kuip) valt via goot en afvoerpijp (stukje tuinslang) in jerrycans te vergaren maar we hebben geen stikmachine om het stukje stof eraan te naaien.
Dirk probeert met de windcatcher water te vangen maar die vliegt alle kanten op en met het stuk dekzeil dat we hebben liggen lukt het ook niet. Hoog tijd dus om eens werk te maken van die naaimachine.
Tot vier uur in de namiddag regent het non-stop en dan houden ze hierboven even pauze. Vlug naar de winkel en niet te lang treuzelen zodat we droog terug geraken, want zo te zien zal het niet lang duren voor ze er weer aan beginnen.
Rotweer is het ja…af en toe eens een bui is lekker verfrissend maar zo’n wolkbreuk die een ganse dag boven uwe kop blijft hangen gaat snel vervelen.
Onze plannen voor morgen zijn er zelfs door verdronken; we wilden tot Castries zeilen, daar op de middag een jazzconcert meepikken, in Marigot Bay - een baai of twee verder - zeer locaal (= zeer goedkoop) gaan lunchen en dan verder tot Souffrière zeilen om te overnachten.
Maar ik kan je verzekeren, met zulke regen is de goesting om te gaan zeilen ver te zoeken.
Zonde dat we nog steeds geen gootjes aan onze bimini hebben of een ander systeem om regenwater op te vangen want onze watertanks zouden met dit weer snel gevuld zijn.
We hebben nochtans stof liggen om een goot aan het afdak te stikken en willen dan proberen om het water dat op de bimini (afdak in dekzeil boven de kuip) valt via goot en afvoerpijp (stukje tuinslang) in jerrycans te vergaren maar we hebben geen stikmachine om het stukje stof eraan te naaien.
Dirk probeert met de windcatcher water te vangen maar die vliegt alle kanten op en met het stuk dekzeil dat we hebben liggen lukt het ook niet. Hoog tijd dus om eens werk te maken van die naaimachine.
Tot vier uur in de namiddag regent het non-stop en dan houden ze hierboven even pauze. Vlug naar de winkel en niet te lang treuzelen zodat we droog terug geraken, want zo te zien zal het niet lang duren voor ze er weer aan beginnen.
Rotweer is het ja…af en toe eens een bui is lekker verfrissend maar zo’n wolkbreuk die een ganse dag boven uwe kop blijft hangen gaat snel vervelen.
Onze plannen voor morgen zijn er zelfs door verdronken; we wilden tot Castries zeilen, daar op de middag een jazzconcert meepikken, in Marigot Bay - een baai of twee verder - zeer locaal (= zeer goedkoop) gaan lunchen en dan verder tot Souffrière zeilen om te overnachten.
Maar ik kan je verzekeren, met zulke regen is de goesting om te gaan zeilen ver te zoeken.
Vandaag is het precies zondag ipv maandag!
We staan laat op, nochtans zijn we gisteren niet laat gaan slapen maar meestal sta ik op als de zon begint te schijnen en vermits die vandaag niet schijnt is het al bijna negen uur voor ik eruit kom.
We ontbijten laat en zijn helemaal niet gehaast om ons te wassen en aan te kleden.
Maarten komt met zijn duikgerief langs en gaat even onder de boot de schroef van algen, pokken en gras bevrijden en wrijft samen met Dirk het onderwaterschip nog eens schoon.
Dirk veegt nog wat roestvlekken weg maar geraakt niet ver want de bus is al op en maakt zelf brood zodat we vandaag niet van boord moeten
Ik lees dat spannend boek van gisteren uit en de dag is weeral om voor we er erg in hebben.
We staan laat op, nochtans zijn we gisteren niet laat gaan slapen maar meestal sta ik op als de zon begint te schijnen en vermits die vandaag niet schijnt is het al bijna negen uur voor ik eruit kom.
We ontbijten laat en zijn helemaal niet gehaast om ons te wassen en aan te kleden.
Maarten komt met zijn duikgerief langs en gaat even onder de boot de schroef van algen, pokken en gras bevrijden en wrijft samen met Dirk het onderwaterschip nog eens schoon.
Dirk veegt nog wat roestvlekken weg maar geraakt niet ver want de bus is al op en maakt zelf brood zodat we vandaag niet van boord moeten
Ik lees dat spannend boek van gisteren uit en de dag is weeral om voor we er erg in hebben.
Vandaag begint ‘Sainte Lucia Jazz ‘ en dit jaarlijkse festival begint met Jazz on the Beach in Rodney Bay. De rest van de week is er alle dagen wel ergens op het eiland een optreden en volgend weekend wordt er dan groots afgesloten met artiesten als Patti Labelle, Angélique Kidjo, The Wailers , Amy Winehouse en nog een paar van dat kaliber.
Vanmiddag is de scene een beetje bescheidener maar ze beginnen er al vroeg aan en vanaf de boot gehoord klinkt het zeker niet slecht.
We spreken af met Maarten om straks samen naar het strand te gaan en ondertussen is het zalig om rustig in de kuip een spannend boek te lezen met zo’n goede muziek op de achtergrond.
Tegelijkertijd dat Maarten ons komt uithalen komen Guy en France ons goedendag zeggen. Zij zijn dat Canadese echtpaar waarmee we in Antigua zijn gaan winkelen. We waren elkaar een beetje uit het oog verloren maar vorige week hebben we hen terug gezien in Martinique en omdat wij toen gehaast waren om onze stuurautomaat te herstellen hadden we hier ergens afgesproken. Vanmorgen hadden ze ons nog een mailtje gestuurd dat ze nog een dag in Martinique bleven, maar daarstraks kwamen ze voorbij zeilen en hebben ze hun anker vlak voor het onze het water in gekieperd.
We vragen of ze geen zin hebben om met ons mee naar de kant te gaan en daar moeten ze niet lang over nadenken.
Op het strand is het volle bak ambiance maar we zijn een beetje aan de late kant. Ze hebben de Jazz vervangen door Soca (zoiets tussen rap en hip hop) en na een half uurtje houden ze er al mee op!
Vanmiddag is de scene een beetje bescheidener maar ze beginnen er al vroeg aan en vanaf de boot gehoord klinkt het zeker niet slecht.
We spreken af met Maarten om straks samen naar het strand te gaan en ondertussen is het zalig om rustig in de kuip een spannend boek te lezen met zo’n goede muziek op de achtergrond.
Tegelijkertijd dat Maarten ons komt uithalen komen Guy en France ons goedendag zeggen. Zij zijn dat Canadese echtpaar waarmee we in Antigua zijn gaan winkelen. We waren elkaar een beetje uit het oog verloren maar vorige week hebben we hen terug gezien in Martinique en omdat wij toen gehaast waren om onze stuurautomaat te herstellen hadden we hier ergens afgesproken. Vanmorgen hadden ze ons nog een mailtje gestuurd dat ze nog een dag in Martinique bleven, maar daarstraks kwamen ze voorbij zeilen en hebben ze hun anker vlak voor het onze het water in gekieperd.
We vragen of ze geen zin hebben om met ons mee naar de kant te gaan en daar moeten ze niet lang over nadenken.
Op het strand is het volle bak ambiance maar we zijn een beetje aan de late kant. Ze hebben de Jazz vervangen door Soca (zoiets tussen rap en hip hop) en na een half uurtje houden ze er al mee op!
Maarten van de ‘Ocean Viking’ een prachtig Ocean 60 voets zeiljacht onder Nederlandse vlag, heeft ons aangeraden om hier in de chandler het product ‘On and Off’ te kopen om onze boot te poetsen en van zijn roestplekken te bevrijden.
Onze Narid ziet er inderdaad niet uit, hij zit helemaal onder de roestvlekken van schroeven die niet helemaal roestvrij bleken te zijn en stukjes staalwol die we gebruiken om de schroef schoon te schrobben. We hebben er al met van alles op gezeten maar supershampoo, wondersponsjes, azijn en …. zijn niet tegen deze vlekken opgewassen.
Dirk probeert de On and Off meteen uit op een klein stukje en het is ongelooflijk. Zonder schrobben en frotten, gewoon On met een borstel, even wachten en dan Off met wat water en de vlekken zijn weg en de polyester ziet er weer uit als nieuw. Het is zelf zo proper dat dit kleine stukje zo afsteekt tegen de rest van de boot en dat we nu verplicht zijn de ganse romp ermee te doen…!
In de namiddag krijgen we bezoek van de Marine Police. Sinds daarstraks zitten die tussen de bootjes door te varen en waarom weten we niet, maar aan ons vragen ze of ze aan boord mogen komen. Ze zijn heel vriendelijk en beleefd en vragen enkel naar onze bootspapieren en wat we voor onze veiligheid aan boord hebben; reddingsvlot, epirb, dinghy, roeispanen, bijl, spiegel, vuurpijlen,…Tenslotte vragen ze nog onze paspoorten, hoe groot we zijn, kleur ogen en haar en lichamelijke kenmerken.
We houden dit allemaal bij, leggen ze ons uit, opdat indien jullie ooit hulp nodig zouden hebben op zee, we jullie beter kunnen helpen.
Oh ja prima, hartelijk dank maar we hopen jullie nooit nodig te hebben
Onze Narid ziet er inderdaad niet uit, hij zit helemaal onder de roestvlekken van schroeven die niet helemaal roestvrij bleken te zijn en stukjes staalwol die we gebruiken om de schroef schoon te schrobben. We hebben er al met van alles op gezeten maar supershampoo, wondersponsjes, azijn en …. zijn niet tegen deze vlekken opgewassen.
Dirk probeert de On and Off meteen uit op een klein stukje en het is ongelooflijk. Zonder schrobben en frotten, gewoon On met een borstel, even wachten en dan Off met wat water en de vlekken zijn weg en de polyester ziet er weer uit als nieuw. Het is zelf zo proper dat dit kleine stukje zo afsteekt tegen de rest van de boot en dat we nu verplicht zijn de ganse romp ermee te doen…!
In de namiddag krijgen we bezoek van de Marine Police. Sinds daarstraks zitten die tussen de bootjes door te varen en waarom weten we niet, maar aan ons vragen ze of ze aan boord mogen komen. Ze zijn heel vriendelijk en beleefd en vragen enkel naar onze bootspapieren en wat we voor onze veiligheid aan boord hebben; reddingsvlot, epirb, dinghy, roeispanen, bijl, spiegel, vuurpijlen,…Tenslotte vragen ze nog onze paspoorten, hoe groot we zijn, kleur ogen en haar en lichamelijke kenmerken.
We houden dit allemaal bij, leggen ze ons uit, opdat indien jullie ooit hulp nodig zouden hebben op zee, we jullie beter kunnen helpen.
Oh ja prima, hartelijk dank maar we hopen jullie nooit nodig te hebben
1
vrijdag, mei 1, 2009 8:39 am
Mei
2009
vrijdag, mei 1, 2009 8:39 am
Van de namiddag hebben we Yildiz en Yazuv gevraagd om eens iets bij ons te komen drinken.
‘Dan maken we bananenspinnen’ zei Dirk
en het water liep hem door de mond.
Dirk lust die spinnen zo graag dat hij mij iedereen die langst komt spinnen laat voorzetten want voor ons tweetjes alleen maak ik die niet zo snel.
Nu vind ik dat meestal geen probleem om deze lekkernij te maken - ik oogst er altijd veel succes mee - maar vandaag liggen we opeens zo te schommelen op de ankerplaats dat ik het toch maar een beetje gevaarlijk vind om in de wokpan, op het gasvuur bananen te frituren in hete olie…
‘Och zegt’ Dirk ‘als de swell niet erger wordt als dit kan het nog wel en ik zal de pan wel komen vasthouden hoor’.
Ja, wat er precies aan de hand is met het weer weten we niet, maar het is wel gek. De wind is noordwest gedraaid, wat hier bijna nooit voorkomt en daardoor liggen we nu eigenlijk aan de verkeerde kant van het eiland voor wat beschutting. Als we de weersvoorspellingen opvragen weten die hier helemaal niets vanaf. Heel gek, maar in de late namiddag draait de wind weer naar de goede kant en neemt de deining terug wat af.
Klokslag om 18.00, zoals afgesproken, komen Yildiz en Yasuv aan. We zouden eerst iets drinken bij ons aan boord en dan naar de Friday Night ‘Jump Up’ street party gaan in Gros Islet.
De spinnen vallen zeer in de smaak maar ik heb precies wat weinig gemaakt want Yazuv heeft grote honger. We krijgen de indruk dat ze ons verkeerd begrepen hebben en dachten dat ze eten kregen ipv van een drankje met een knabbeltje…we kunnen hem nog wel een sneetje brood en knoflook geven waar hij om vraagt, maar een ganse maaltijd daar zijn we echt niet op voorzien.
Op de Street Party zijn ze er anders wel op voorzien want vrijdag’s worden daar de bbq’s op straat gezet en is er een grote keuze aan gegrilde kip, vis of ribben.
Als het feest daar al volop aan de gang is gaan we er een kijkje nemen maar we zitten zo vol met nootjes en chips en spinnen dat we echt geen zin meer hebben om nog van de grilspecialiteiten te proeven. Maar dat maakt niet uit, het is gewoon al leuk om er de sfeer op te snuiven en te zien hoe de St Luciaan zich ontspant van de werkweek en het weekend al dansend en shakend inzet.
‘Dan maken we bananenspinnen’ zei Dirk
en het water liep hem door de mond.
Dirk lust die spinnen zo graag dat hij mij iedereen die langst komt spinnen laat voorzetten want voor ons tweetjes alleen maak ik die niet zo snel.
Nu vind ik dat meestal geen probleem om deze lekkernij te maken - ik oogst er altijd veel succes mee - maar vandaag liggen we opeens zo te schommelen op de ankerplaats dat ik het toch maar een beetje gevaarlijk vind om in de wokpan, op het gasvuur bananen te frituren in hete olie…
‘Och zegt’ Dirk ‘als de swell niet erger wordt als dit kan het nog wel en ik zal de pan wel komen vasthouden hoor’.
Ja, wat er precies aan de hand is met het weer weten we niet, maar het is wel gek. De wind is noordwest gedraaid, wat hier bijna nooit voorkomt en daardoor liggen we nu eigenlijk aan de verkeerde kant van het eiland voor wat beschutting. Als we de weersvoorspellingen opvragen weten die hier helemaal niets vanaf. Heel gek, maar in de late namiddag draait de wind weer naar de goede kant en neemt de deining terug wat af.
Klokslag om 18.00, zoals afgesproken, komen Yildiz en Yasuv aan. We zouden eerst iets drinken bij ons aan boord en dan naar de Friday Night ‘Jump Up’ street party gaan in Gros Islet.
De spinnen vallen zeer in de smaak maar ik heb precies wat weinig gemaakt want Yazuv heeft grote honger. We krijgen de indruk dat ze ons verkeerd begrepen hebben en dachten dat ze eten kregen ipv van een drankje met een knabbeltje…we kunnen hem nog wel een sneetje brood en knoflook geven waar hij om vraagt, maar een ganse maaltijd daar zijn we echt niet op voorzien.
Op de Street Party zijn ze er anders wel op voorzien want vrijdag’s worden daar de bbq’s op straat gezet en is er een grote keuze aan gegrilde kip, vis of ribben.
Als het feest daar al volop aan de gang is gaan we er een kijkje nemen maar we zitten zo vol met nootjes en chips en spinnen dat we echt geen zin meer hebben om nog van de grilspecialiteiten te proeven. Maar dat maakt niet uit, het is gewoon al leuk om er de sfeer op te snuiven en te zien hoe de St Luciaan zich ontspant van de werkweek en het weekend al dansend en shakend inzet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten